Korte teksten, grammatica zinsdelen en werkwoorden

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
Nederlandse boek
een schrift
pen/markeerstift 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leg je deze materialen op tafel?
Ipad
Nederlandse boek
een schrift
pen/markeerstift 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma vandaag
- Nakijken huiswerk
- Korte tekst
- Korte pauze
- §2 Grammatica, zinsdelen en persoonsvorm 
- Huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Lezen: Je luistert naar de tekst en beantwoordt vragen
  • Grammatica:Je oefent met zinsdelen en herkent de persoonsvorm


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Korte tekst

Op heterdaad betrapt

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Even pauze
timer
5:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

persoonsvorm vinden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
'Waarom wandelt hij niet graag?'
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn zinsdelen?
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • Belangrijk: de persoonsvorm is altijd een zinsdeel!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zinsdelen vinden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm en zet deze tussen 2 streepjes: 
je hebt het eerste zinsdeel al gevonden!

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Woorden zijn samen een zinsdeel als ze bij elkaar blijven als je de zin verandert.
De goede vrienden hebben een rondje in het park gelopen.
Hebben de goede vrienden een rondje in het park gelopen?
De goede vrienden hebben in het park een rondje gelopen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions



Maak van deze zin een nieuwe zin:
De muziek staat erg hard.

Slide 15 - Open question

Bespreek de verschillende zinnen die op het bord verschijnen. Laat zien dat sommige woorden steeds bij elkaar blijven.

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
De stoel van opa staat bij het open raam.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
In die mooie stoel zit opa Jan altijd.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin:
Slaapt die lieve opa Jan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

§2 Persoonsvorm en zinsdelen
Opdracht:
- Maak opdracht 1, 2.1, 3.1, 3.2 en 4 in je boek



Hoe: Je mag samenwerken
Nodig: Je boek, een schrift en (markeer)pen
Klaar? Lees op www.ad.nl het nieuws van vandaag of kijk het journaal terug




timer
12:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht:

1) Kleur de persoonsvorm
2) Verdeel de zinnen daarna in zinsdelen
timer
10:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions