5.4 - Het zenuwstelsel VH

Thema 5: Waarneming, gedrag en regeling


Basisstof 4: zenuwstelsel
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Thema 5: Waarneming, gedrag en regeling


Basisstof 4: zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Herhaling ( 5 min )
- Uitleg (15 - 20 min)
- Toets inplannen (5 min)
- Toets thema 4 bespreken (20 - 30 min)
- Werktijd + huiswerk check ( 30 - 40 min )
- Afsluiting ( 5 min )

Slide 2 - Slide

Uit welke 4 lagen bestaat de huid?

Slide 3 - Open question

Wat is bijziend?

Slide 4 - Open question

Iemand die verziend is draagt ... lenzen.
A
+ lenzen
B
- lenzen

Slide 5 - Quiz

Hoe werkt een zintuig? gebruik de volgende begrippen: prikkel, impuls en zenuw.

Slide 6 - Open question

Wat moet je weten van basisstof 4?
- Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.
- Je kunt de bouw van zenuwcellen en zenuwen beschrijven.

Havo/vwo:
- Je kunt een reflexboog beschrijven.

Slide 7 - Slide

Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en de zenuwen. De zenuwen zijn verbonden met alle lichaamsdelen. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.

Slide 8 - Slide

Welke botten beschermen het ruggenmerg?
A
de wervelkolom
B
de ribben
C
schouderblad
D
borstbeen

Slide 9 - Quiz

Zenuwen
Delen van het hoofd en de hals zijn door zenuwen rechtstreeks verbonden met de hersenen. Delen van de romp en van de ledematen zijn door zenuwen verbonden met het ruggenmerg. Via zenuwen in het ruggenmerg worden impulsen naar de hersenen geleid. 

Slide 10 - Slide

Werking van het zenuwstelsel

Slide 11 - Slide

Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel heeft dus twee functies:
• verwerken van de impulsen die van de zintuigen af komen
• regelen van de werking van spieren en klieren

Een klier is een orgaan die een bepaalde stof aanmaakt. 

Slide 12 - Slide

Geef een voorbeeld van een klier.

Slide 13 - Open question

Zenuwcellen
Het cellichaam van een zenuwcel is het deel waarin zich de celkern bevindt. De cellichamen van zenuwcellen liggen in of vlak bij het centrale zenuwstelsel.
De uitlopers geleiden de impulsen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Havo / vwo 
verlengde instructie


Vmbo-t/havo start nu met de opdrachten van basisstof 4, dit doe je in stilte, vragen mag je stellen na de uitleg.

Slide 16 - Slide

Reflexboog
Bij een bewuste reactie gaan er eerst impulsen van je zintuigen naar je hersenen. Je wordt je bewust van de prikkels die je zintuigen opvangen. Je beslist hoe je wilt reageren, waarna impulsen van je hersenen naar je spieren gaan. Je spieren trekken samen en je reageert.

Slide 17 - Slide

Reflexboog
Bij een reflex gaan de impulsen niet via je hersenen (behalve bij reflexen die in je hoofd plaatsvinden, zoals watertanden). Een reflex is een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel. Voorbeelden van reflexen zijn de terugtrekreflex, de ooglidreflex en de pupilreflex.

Slide 18 - Slide

Reflexboog
Door het hete water op je hand ontstaan impulsen in zintuigcellen in je huid. Deze impulsen worden via zenuwcellen naar je ruggenmerg geleid. In het ruggenmerg en in de hersenen liggen schakelcellen. Dit zijn zenuwcellen die impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel (van de ene zenuwcel naar de andere). De schakelcellen in het ruggenmerg geleiden de impulsen direct door naar zenuwcellen van de armspieren. Hierdoor trekken je armspieren zich samen, waardoor je je arm terugtrekt.

Slide 19 - Slide

Werktijd
- Opdrachten van basisstof 4 maken
- Vragen stellen over basisstof 1 tm 3
- Samenvatten
- Biologie met Joost 

Slide 20 - Slide