Het volk krijgt een stem

Het volk krijgt een stem
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Het volk krijgt een stem

Slide 1 - Slide

Waarom vonden de rijke mensen dat zij recht op inspraak hadden?
A
Ze wilden dat koning Willem I van België een apart land zou maken.
B
Ze werkten hard en verdienden veel geld, daarom wilden ze meer vrije tijd.
C
Ze betaalden veel belasting. Daarom wilden ze kunnen meebeslissen.

Slide 2 - Quiz

België ontstaat
Neerslaan van de opstand mislukt
Opstand in het zuiden
Willem I stuurt zijn leger
Weinig mensen uit Zuid - Nederland in het Nederlandse Parlement

Slide 3 - Drag question

Zet de zinnen in de goede volgorde
In heel Europa braken opstanden uit
Koning Willem II wilde een opstand in Nederland voorkomen
Willem II werd koning
Minister Thorbecke herschreef de grondwet
Volwassen mannen die belasting betaalden mochten stemmen

Slide 4 - Drag question

Waarom waren er in de 19e eeuw nog geen politieke partijen?
A
Liberalen wilden geen politieke partijen omdat ze daardoor minder vrijheid kregen
B
Tijdens de industriële revolutie was het lastig om politieke partijen op te richten.
C
Weinig mensen mochten stemmen en daarom waren politieke partijen nog niet nodig.

Slide 5 - Quiz

De confessionelen wilden dat de regering hun scholen betaalde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

In Nederland was bijna iedereen gelovig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

In de schoolstrijd streden confessionelen en liberalen samen voor gratis onderwijs.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Katholieken en protestanten voetbalden samen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Vakbonden kwamen op voor de rechten van........
A
kinderen
B
vrouwen
C
arbeiders

Slide 10 - Quiz

Socialisten wilden kiesrecht voor.........
A
iedereen
B
alle vrouwen
C
alle mannen

Slide 11 - Quiz

Confessionelen, liberalen en socialisten richtten.......... op.
A
politieke partijen
B
een parlement
C
een vakbond

Slide 12 - Quiz

Waar streden socialisten voor?
Waar
Niet waar
Beter loon voor arbeiders
Arbeidsomstandigheden regelen via het parlement
Verbod op stakingen
Meer rechten voor arbeiders
Werkdagen van minimaal 12 uur.

Slide 13 - Drag question

Liberaal
Confessioneel
Socialisten
De arbeiders krijgen minder loon dan ze verdienden en dat moet veranderen
Ik wil zonder bemoeienis van de staat in het buitenland kunnen handelen
Na 4 uur werken moet de arbeider een korte pauze krijgen
Protestants onderwijs moet door de regering betaal worden

Slide 14 - Drag question

Hoe hielp Aletta Jacobs andere vrouwen?
Waar
Niet waar
Ze gaf gratis advies aan arbeidersvrouwen
Ze gaf haar eigen verdiende geld aan vrouwen die het nodig hadden
Ze vertelde hen hoe ze zoveel mogelijk kinderen konden krijgen
Ze zorgde ervoor dat vrouwen minder hoefden te werken
Ze zorgde ervoor dat winkelmeisjes soms konden zitten tijdens hun werkdag

Slide 15 - Drag question

Zou Aletta Jacobs het met de uitspraak eens of oneens zijn geweest?
Eens
Oneens
Mannen en vrouwen hebben recht om te stemmen
Meisjes gaan trouwen en krijgen kinderen. Studeren is daarom zonde van het geld.
Ook meisjes moeten leren schrijven, leren en rekenen
Vrouwen moeten dezelfde kansen krijgen als mannen

Slide 16 - Drag question

Welke zinnen zijn voorbeelden van vrouwenemancipatie
Waar
Niet waar
Vrouwen krijgen kiesrecht
Vrouwen kunnen niet aan een universiteit studeren
Vrouwen krijgen meer vakantiedagen dan mannen
Vrouwen kunnen in het parlement worden gekozen
Vrouwen mogen op iedere baan solliciteren

Slide 17 - Drag question

Is de uitspraak over het kiesrecht in 1917 waar of niet waar?

"Vader mag net als de andere fabrieksarbeiders stemmen"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Is de uitspraak over het kiesrecht in 1917 waar of niet waar?

"De rijke dame stemt al jaren op de partij van de liberalen"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Is de uitspraak over het kiesrecht in 1917 waar of niet waar?

"Mevrouw Suze Groenberg kan in het parlement komen"
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat kan je met behulp ban deze poster zien?
A
Dat deze partij opkomt voor fabriekseigenaren
B
Dat deze partij opkomt voor arbeiders
C
Wie de leider van de partij is
D
Dat deze partij voor emancipatie is

Slide 21 - Quiz