Klas 3 - §3.2 - Reacties en kloppend maken - LHE

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Chemische reacties

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
Let op, we draaien de volgorde iets om. 

§3.2 -  Reactievergelijkingen     (vandaag)
§3.1  -  Reactie kenmerken          (volgende les)
herhaling + practicum 3.1            (les na de vakantie)

Deze 2 paragrafen vormen de toetsweek stof. (incl. voorkennis)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.2 
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen waaraan je een chemische reactie kunt herkennen

  • Je kunt een reactieschema opstellen vanuit een tekst

  • Je kunt dit reactieschema omzetten in een kloppende reactievergelijking

Slide 3 - Slide

Chemische reactie
Waaraan zie je dat dit chemische reacties zijn?




Slide 4 - Slide

Chemische reactie
Waaraan zie je dat dit chemische reacties zijn?

chemische reactie: een chemische reactie herken je aan een verandering in stofeigenschappen. Bij een chemische reactie verdwijnen beginstoffen en ontstaan nieuwe reactieproducten.


Je maakt dus nieuwe stoffen (moleculen) aan...

Slide 5 - Slide

Allerlei chemische reacties...

Slide 6 - Slide

Allerlei chemische reacties...
toch..?

Slide 7 - Slide

Allerlei chemische reacties...
toch..?

Slide 8 - Slide

Chemische reactie - oefening
Is het denk je een chemische reactie, of niet?
Opdracht: Zeg bij elk van de reacties (A t/m E): ja of nee?

A. Een blok natrium in water gooien                               ja/nee
B. Melk die over de datum gaat                                      ja/nee
C. Het knippen van een vel papier                                  ja/nee
D. Verbranden van een blok hout                                   ja/nee
E. Een pannetje met water koken                                   ja/nee
timer
2:00

Slide 9 - Slide

Fases
Een faseverandering is geen chemische reactie.
Stoffen kunnen ook reageren als ze opgelost 
zijn in water. 

notatie van een suiker oplossing:   suiker (aq)

Nieuw symbool:                (aq): opgelost (in water)
Deze kende je ook al:       vast (s)      vloeibaar (l)     gas (g)  

Slide 10 - Slide

Reactieschema
Je kunt ook zo'n weergave maken van een chemische reactie.
Dat is een reactieschema.

reactieschema: weergave van een chemische reactie. Voor de pijl staan de beginstoffen, ná de pijl staan de reactieproducten

Voorbeeld, het maken van keukenzout (natriumchloride) gaat zo:



Slide 11 - Slide

Reactieschema oefening
Wanneer je waterstofgas laat reageren met zuurstof, ontstaat er waterdamp.

Opdracht: Stel het reactieschema op van deze chemische reactie.
Geef de fase aanduidingen ook.
                                     


timer
5:00

Slide 12 - Slide

Reactievergelijking
Het reactieschema wordt nauwelijks gebruikt.
In de scheikunde wordt er gewerkt met reactievergelijkingen
Hierin zijn de stofnamen vervangen door de formules van de stoffen.

reactievergelijking: reactieschema waar formules in staan



Slide 13 - Slide

Kloppend maken
We hebben nu deze vergelijking staan:






Deze vergelijking  "klopt niet".        Waarom niet?


Slide 14 - Slide

Kloppend maken

Regels voor kloppend maken: 
1. Je moet hetzelfde aantal atomen hebben van elke
atoomsoort, voor en na de reactie.
2. Je mag alleen de coëfficiënten aanpassen (getallen voor de moleculen).
3. Coëfficiënten zijn altijd een geheel getal, en zo klein mogelijk.

H2+O2H2O

Slide 15 - Slide

Wet van behoud van massa

In de kloppende vergelijking staan
van elke atoomsoort, evenveel atomen 
aan de linkerkant als de rechterkant.

wet van behoud van massa: de totale massa van alle 
beginstoffen is gelijk aan die van de reactieproducten.
Deze wet noem je ook de Wet van Lavoisier
2H2+O22H2O

Slide 16 - Slide

Stappenplan
1. Haal de beginstoffen en de reactieproducten uit de tekst

2. Stel de reactievergelijking op, door de namen om te zetten in formules

3. Maak de vergelijking kloppend, door de coëfficiënten aan te passen.

4. Schrijf de fase aanduidingen erbij (indien gevraagd)  

Slide 17 - Slide

Kloppend maken oefening
Wanneer je warmte toevoegt aan keukenzout, kun je de vaste stof natrium, en chloorgas maken.

We hadden al het reactieschema:
keukenzout (s) --> natrium (s) + chloor (g)

Stel nu ook de reactievergelijking op en maak kloppend.
De formule van keukenzout is NaCl




timer
4:00

Slide 18 - Slide

Huiswerk 3.2
Hoe? Maak gebruik van je boek + het formuleblad achterin. (lijst met veelgebruikte formules).




Slide 19 - Slide

Leerdoelen 3.2 
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen waaraan je een chemische reactie kunt herkennen

  • Je kunt een reactieschema opstellen vanuit een tekst

  • Je kunt dit reactieschema omzetten in een reactievergelijking

  • Je kunt de reactievergelijking tenslotte kloppend maken

Slide 20 - Slide

Oefening toetsweek
Maak deze vergelijking kloppend

1.       ... C + ... SO2 --> ... CS2 + ... CO


Slide 21 - Slide

Stel uit dit verhaaltje de reactie op, en maak kloppend
Je kunt de stof calciumcarbide (CaC2) maken op de volgende manier: Je laat calciumoxide (CaO) reageren met koolstof. 
Hierbij ontstaat wel één bijproduct: koolstofdioxide.

Slide 22 - Slide