This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Talent: Lezen-2
Talent 2.3
3V
Slide 1 - Slide
Doelen
Aan het eind van de les kun je:
onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve informatie
beoordelen of (online) teksten wel/niet betrouwbaar zijn
Slide 2 - Slide
wat betekent 'objectief'? Noem ook een voorbeeld!
Slide 3 - Mind map
Wat betekent 'subjectief'? Noem ook een voorbeeld!
Slide 4 - Mind map
Een nieuwsbericht is:
A
Objectief (onpartijdig)
B
Subjectief (mening geeft zijn schrijver)
Slide 5 - Quiz
"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 6 - Quiz
"Je moet nooit zonder wapen slapen. Volgens onderzoek van Justitie slaapt al 44% van de slachtoffers van inbraken met een wapen onder het bed."
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 7 - Quiz
Als een schrijver maar één keer zijn eigen mening geeft, blijft de tekst objectief.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Kritisch lezen
Niet alle informatie is betrouwbaar. Stel jezelf vragen als:
Is de bron betrouwbaar?
Is de schrijver deskundig t.a.v. het onderwerp?
Wat is het doel van de tekst/website?
Is de informatie actueel (genoeg)?
Hoe is het taalgebruik? Veel spellingsfouten?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Zijn de volgende doelen behaald? Aan het eind van de les kun je: ●onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve informatie ●beoordelen of (online) teksten wel/niet betrouwbaar zijn?