This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Hoofdstuk 5: Steden en Staten.
Paragraaf 5.1
Slide 1 - Slide
Planning van de dag
Terugblik
leerdoelen
uitleg
opdracht/ schoolwerk
Slide 2 - Slide
Tijd van steden en staten!
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Slide 3 - Slide
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe kwam dat de bevolking erg groeide in tijdvak 4
aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe het drieslagstelsel werkte
aan het einde van de les kunnen jullie vertellen hoe dorpen uitgroeiden tot steden
Slide 5 - Slide
Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000
Drieslagstelsel
IJzeren ploeg
Halsjuk
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Ijzeren ploeg!
Slide 8 - Slide
Ijzeren ploeg met halsjuk!
Slide 9 - Slide
Steeds meer handel
Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
Overschotten worden verkocht of geruild op markten
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Slide 10 - Slide
Steden ontstaan
Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Slide 11 - Slide
Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.
Slide 12 - Quiz
Noem een oorzaak van de groei van de steden
A
de bevolkingsgroei
B
druk bezochte markten groeiden steeds verder uit en men wilde dichtbij wonen
C
oude romeinse steden werden weer opgeknapt
D
Er was weinig ruimte meer op het platteland
Slide 13 - Quiz
Waarom werd handel drijven in Europa makkelijker
A
Mensen vonden de boot uit
B
Men wilde handig gebruik maken van de zeeën en rivieren
C
Het werd veiliger in Europa , er minder invallen
Slide 14 - Quiz
Opdracht
Jullie krijgen een opdracht op papier uitgedeeld wat over de stof gaat.
Lees de opdrachten en maak de opdrachten zelfstandig
Klaar? Vraag de docent om instructies
Slide 15 - Slide
Schoolopdracht
4.3 afmaken. Klaar met 5.3? een begin maken aan paragraaf 5.3