Zinsontleding: 1e, 4e, 3e naamval
We hebben ook geleerd dat de persoonlijk voornaamwoorden in de 1e, 3e of 4e naamval kunnen staat, doordat ze in een bepaald
zinsdeel staan:
- Onderwerp (1e) --> Ich schenke es ihm. (Ich = ow --> 1e naamval)
- Lijdend voorwerp (4e) --> Ich schenke es ihm. (es= lv --> 4e naamval)
- Meewerkend voorwerp (3e) --> Ich schenke es ihm. (ihm = mwv --> 3e naamval)
Zinsontleding en naamvallen komt op een later punt terug.
We concentreren ons nu eerst weer op de voorzetsels en naamvallen.