H10.1 man en vrouw

Thema 10
Voortplanting 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 10
Voortplanting 

Slide 1 - Slide

Basis  / Kader
- Basis: lees H9.1 t/m H9.4 door. (samenvatting) straks herhalen + uitleg H9.4
- Kader: Nu uitleg H10.1 ->
Lesindeling
Afspraken maken
Uitleg thema 10.1 
Oefenopdrachten
Zelfstandig werken
Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen herkennen en de verschillende onderdelen en functies benoemen.
2. Je kunt de menstruatiecyclus benoemen en uitleggen hoe de cyclus gaat.
3. Je kunt verschillende voorbehoedsmiddelen noemen en hun werking.

Slide 3 - Slide

Uitleg 10.1
Mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorgaan

boek 4B     pagina 11/14

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Mannelijk voortplantingsorgaan

Slide 6 - Slide

Zaadcel
Teelballen produceren zaadcellen.
De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen.
Via de zaadleiders worden de zaadcellen vervoert naar de prostaat.

Slide 7 - Slide

Sperma
Prostaat voegt vocht toe aan zaadcellen. 
Zaadblaasjes voegen vocht + voedingsstoffen toe.
Sperma bestaat uit zaadcellen, vocht en voedingsstoffen. 

Slide 8 - Slide

Vrouwelijk voortplantingsorgaan

Slide 9 - Slide

De menstruatiecyclus

Herhaalt zich elke maand

Hormonen

Slide 10 - Slide

Follikels
Follikels zijn blaasjes in de eierstokken. In deze follikels zitten eicellen. Follikels rijpen in de eierstokken, wanneer ze veel vocht opgenomen hebben barsten ze open. Dit noemen we de eisprong. (ovulatie)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het bolletje: De hypofyse
maakt LH en FSH
(hormonen)

waardoor geslachtsorganen geslachtshormonen gaan maken

Slide 14 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
Het voorkomen van een zwangerschap of SOA

Slide 15 - Slide

Pessarium
  • niet op hormonen
  • rubberen koepel
  • bedekt baarmoedermond
  • betrouwbaar
  • zaaddodende pasta
  • 8 uur blijven zitten

Slide 16 - Slide

Sterilisatie man
Sterilisatie vrouw

Slide 17 - Slide

Spiraaltje
  • Hormoonspiraaltje voorkomt eisprong
  • Koperspiraaltje voorkomt innestelling
  • Minstens 5 jaar werkzaam
  • Huisarts of gynacoloog plaatst spiraaltje
  • Zeer betrouwbaar

Slide 18 - Slide

Benoem de onderdelen 1 t/m 8

Slide 19 - Slide

1. Eileider
2. Eierstok
3. Eileider
4. Baarmoeder
5. Clitoris
6. Kleine schaamlippen
7. Grote schaamlippen
8. Vagina

Controleren

Slide 20 - Slide

Aan de slag 4 kader
Zie It's learning voor de planning en de te maken opdrachten
4Kader:  H10.1 opdr. 5, 9, 12, 14, 15, 19, 20, 22, 24, 27, 28

Slide 21 - Slide

Oefenvragen
Je mag je boek gebruiken om te oefenen met de lesstof

Slide 22 - Slide

Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het deel van de mannelijk geslachtsorgaan aangegeven met nummer 4?
A
Zaadblaasje
B
Urineblaas
C
Zaadleider
D
Prostaat

Slide 24 - Quiz

Welk onderdeel van het
mannelijk geslacht
zorgt voor een erectie?
A
Zaadleider
B
Teelballen
C
Zwellichamen
D
Urinebuis

Slide 25 - Quiz

Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
clitoris
B
vagina
C
kleine schaamlippen
D
grote schaamlippen

Slide 26 - Quiz

Waar worden eicellen geproduceerd bij het vrouwelijke voortplantingsstelsel?
A
In de vagina
B
In de eileider
C
In de baarmoeder
D
In de eierstokken

Slide 27 - Quiz


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 28 - Quiz


In de afbeelding zijn de voortplantingsorganen van een vrouw schematisch getekend. Het voorbehoedmiddel is een spiraaltje.
Hoe heet het orgaan waarin het spiraaltje zich bevindt?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 29 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast.
Op welke manier voorkomt een spiraaltje een zwangerschap?
A
Sperma kan niet in de eileider komen.
B
De zaadcellen in het sperma worden door het spiraaltje gedood.
C
Het voorkomt dat een embryo kan innestelen.
D
Het voorkomt de bevruchting van de eicel.

Slide 30 - Quiz

Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.


A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide beweringen
D
Geen van beide beweringen

Slide 31 - Quiz

Huiswerk
Maken 10.1 zie it's learning

Slide 32 - Slide

Lesafsluiting
Beheers jij de leerdoelen?

Slide 33 - Slide

1. Je kunt de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen herkennen en de verschillende onderdelen en functies benoemen.
Ja, ik kan dit
Nee, ik kan dit niet

Slide 34 - Poll

2. Je kunt de menstruatiecyclus benoemen en uitleggen hoe de cyclus gaat.
Ja, dat kan ik
Nee, dat kan ik niet

Slide 35 - Poll

3. Je kunt verschillende voorbehoedsmiddelen noemen en hun werking.
Ja, dat kan ik
Nee, dat kan ik niet

Slide 36 - Poll

Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll