What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Formeren nieuwe regering
Les 4 politiek -
Graag inloggen met laptop
MC-vragen, aantekeningen (op papier of op de laptop) en nog meer MC-vragen.
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 4 politiek -
Graag inloggen met laptop
MC-vragen, aantekeningen (op papier of op de laptop) en nog meer MC-vragen.
Slide 1 - Slide
Democratie betekent dat
A
de koning niet meer de baas is in een land.
B
je mag stemmen op de TOP 2000
C
het volk invloed heeft op politieke besluiten
D
een gebied rechtvaardig bestuurd wordt
Slide 2 - Quiz
Verkiezingen voor de Tweede Kamer is een voorbeeld van
A
getrapte verkiezingen
B
directe democratie
C
lokale verkiezingen
D
indirecte democratie
Slide 3 - Quiz
Een goed voorbeeld van directe democratie is
A
het kiezen van de Eerste Kamer
B
verkiezingen voor het Europees Parlement
C
het samenstellen van de regering
D
een referendum over de Europese Grondwet
Slide 4 - Quiz
Parlement is een ander woord voor
A
ambtenaren
B
volks-vertegenwoordiging
C
regering
D
kabinet
Slide 5 - Quiz
Een linkse partij vindt het belangrijk dat
A
mensen vooral zelf verantwoordelijk zijn voor hun geluk
B
de overheid veel regelt voor het welzijn van mensen
C
Vooral het gezin en mensen in de buurt elkaar moeten ondersteunen
D
Er nieuwe gevechtsvliegtuigen voor het leger worden besteld
Slide 6 - Quiz
"De belasting moet niet te hoog zijn maar rijkere mensen mogen best wat meer bijdragen."
Dit is een uitspraak van een
A
Rechtse partij
B
Linkse partij
C
middenpartij
D
populistische partij
Slide 7 - Quiz
Een rechtse partij wil graag
A
Veel vrijheid voor ondernemers
B
veel aandacht voor het milieu
C
m investeren in het leger
D
dat scholen vanuit hun eigen religie mogen lesgeven
Slide 8 - Quiz
Welke partij is sociaaleconomisch links?
A
CDA
B
Partij voor de Dieren
C
VVD
D
SGP
Slide 9 - Quiz
Welke partij is sociaaleconomisch rechts?
A
Christen Unie
B
D66
C
Forum voor democratie
D
SP
Slide 10 - Quiz
Welke partij zit sociaaleconomisch in het midden?
A
PvdA Groen Links
B
JA21
C
Christen Unie
D
PVV
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Rechten van Kamerleden
Stemrecht
Recht van amendement
Initiatiefrecht
Vragen stellen (controle)
Motie indienen
Recht van interpellatie
Enqueterecht
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Regering 2022: ministers VVD, D66, CDA en Christen Unie + koning
Slide 17 - Slide
Kabinet = ministers en staatssecretarissen
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Formatie-opdracht
De PVV wil een coalitie met VVD,
NSC en BBB:
- Hoeveel zetels hebben zij samen?
- Noem 2 plannen die deze 4 partijen
samen zouden willen uitvoeren.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Kabinet = ministers en staatssecretarissen
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Het recht van een 2e Kamerlid om een wetsvoorstel te wijzigen heet
A
Stemrecht
B
Recht van amendement
C
Initiatiefrecht
D
Recht van interpellatie
Slide 25 - Quiz
Het recht van een 2e Kamerlid om zelf een wetsvoorstel in te dienen heet
A
Enqueterecht
B
Recht van amendement
C
Initiatiefrecht
D
Recht van interpellatie
Slide 26 - Quiz
Het recht van een 2e Kamerlid om een minister naar de Tweede Kamer te roepen om verantwoording af te leggen over het beleid heet
A
Enqueterecht
B
Motierecht
C
Stemrecht
D
Recht van interpellatie
Slide 27 - Quiz
Het recht om de Tweede Kamer een uitspraak te laten doen en de minister oproept om iets te doen heet
A
Enqueterecht
B
Motierecht
C
Stemrecht
D
Recht van interpellatie
Slide 28 - Quiz
Het recht om een wetsvoorstel goed- of af te keuren heet
A
Enqueterecht
B
Motierecht
C
Stemrecht
D
Recht van interpellatie
Slide 29 - Quiz
Het recht om met leden uit de Tweede Kamer een groot onderzoek te doen als het kabinet mogelijk grote fouten heeft gemaakt heet
A
Enqueterecht
B
Motierecht
C
Stemrecht
D
Recht van interpellatie
Slide 30 - Quiz
De regering bestaat uit
A
Koning en de staatssecretarissen
B
De minister president en andere ministers
C
De koning en de ministers
D
De staatssecretarissen en de ministers
Slide 31 - Quiz
Het kabinet bestaat uit
A
Koning en de staatssecretarissen
B
De minister president en andere ministers
C
De koning en de ministers
D
De staatssecretarissen en de ministers
Slide 32 - Quiz
Vul het juiste woord in.
De Partij voor de Dieren is nog nooit een ..... geweest
A
Coalitiepartij
B
Oppositiepartij
C
Regeringspartij
D
linkse
Slide 33 - Quiz
Wie moet een nieuwe wet altijd uitvoeren (uitvoerende macht)?
A
De Tweede Kamer
B
De Eerste Kamer
C
De Koning
D
De minister
Slide 34 - Quiz
More lessons like this
5. Het Parlement
April 2018
- Lesson with
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
5. Het Parlement
January 2017
- Lesson with
29 slides
by
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Lesson with
31 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
3.5. Het parlement controleert 2223
May 2023
- Lesson with
31 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Burgerschap Politiek les 2
February 2023
- Lesson with
23 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
3.5.1 Het parlement controleert
January 2023
- Lesson with
18 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H7: Het Parlement beslist BB
December 2019
- Lesson with
21 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4