This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Maatschappijleer
Slide 1 - Slide
1. Wat is een verzorgingsstaat?
2. Ontstaan verzorgingsstaat
3. Sociale partners en de overheid
4. Verzorgingsstaat, de praktijk
5. Werk en sociale mobiliteit
6. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
7. De verzorgingsstaat onder druk
Slide 2 - Slide
Arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is de plaats waar vraag en aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten.
Het aanbod wordt bepaald door de beroepsbevolking, alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk.
De vraag naar arbeidskrachten noemen we werkgelegenheid.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Vergrijzing
De vergrijzing begint op het moment dat het aandeel van de gepensioneerden in de totale bevolking toeneemt.
Kijk maar naar het volkgende plaatje.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Werkloosheid
Iemand is officieel werkloosals de persoon:
tussen de 15 en 75 jaar is;
niet werkt of minder dan 12 uur per week werkt;
actief op zoek is naar een baan van 12 uur per week of meer;
ingeschreven staat als werkzoekende bij het UWV.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Slide
Arbeidsmarkt in ontwikkeling..
Op dit moment hebben we vier ontwikkelingen in de arbeidsmarkt:
Automatisering
Opkomst en verdwijnen van bedrijfstakken
Flexibilisering
Globalisering
Slide 10 - Slide
Automatisering
ICT komt op in bijna alle sectoren van de arbeidsmarkt
Er zijn grote voordelen door efficiënter te werken
Gevolg: verlies van banen door overname ICT maar opkomst banen in de ICT.
Slide 11 - Slide
Oude en nieuwe bedrijfstakken
Veel arbeidsintensiefen laaggeschoold werk is verdwenen en verplaatst naar lagelonenlanden.
In veel bedrijfstakken is het antal banen voor hooggeschooldemedewerkers toegenomen. Denk aan de chemische industrie, ontwikkeling van nieuwe producten en machinebouw.
Slide 12 - Slide
Flexibilisering
Vroeger kozen mensen een baan voor het leven. Tegenwoordig veranderen werknemers sneller van baan.
Hierdoor stijgt de vraag naarflexibele arbeidsrelaties: alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid.
2 miljoen werknemers hebben een tijdelijk contract en meer dan 1 miljoen mensen werken als zzp'er.
Slide 13 - Slide
Globalisering
De globalisering heeft geleid tot een toename van:
wereldwijde handel en multinationals
grotere internationale kapitaalstromen
arbeidsmigranten
Slide 14 - Slide
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictie werkloosheid
Slide 15 - Quiz
Wat gebeurt er bij conjuncturele werkloosheid?
A
Een bedrijf gaat anders produceren
B
De bedrijfscultuur verandert
C
Een bedrijf ontslaat zomaar medewerkers
D
Er is geen vraag meer naar het product
Slide 16 - Quiz
Structurele werkloosheid is tijdelijk
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Een strandtent gaat failliet. Wat voor werkloosheid is dat?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoen werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid
Slide 18 - Quiz
Bij een groeiende economie stijgt de werkloosheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Automatisering leidt altijd tot structurele werkloosheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid is blijvend
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quiz
Oost-Europeanen die in Nederland een bouwbedrijf beginnen zijn een voorbeeld van
A
Automatisering
B
Flexibilisering
C
Verdwijnen nieuwe arbeidstakken
D
Globalisering
Slide 23 - Quiz
Een robot die voor een leraar praktische opdrachten nakijkt, dat is een voorbeeld van
A
Globalisering
B
Automatisering
C
Flexibilisering
D
Verdwijnen bedrijfstakken
Slide 24 - Quiz
Aan de slag
Werk aan de opdrachten uit de reader (hoofdstuk/paragraaf 5)