Paragraaf 6:4: Nederland en Europa-Internationale organisaties.

Klas: 4

Vak: geschiedenis
Onderwerp: H.6 Nederland na 1945.
Paragraaf: 6.4: Nederland en Europa
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Klas: 4

Vak: geschiedenis
Onderwerp: H.6 Nederland na 1945.
Paragraaf: 6.4: Nederland en Europa

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tijd van Televisie en Computers

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

H6: Nederland na 1945!
               §6.4: Nederland en Europa.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verenigde naties

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De motieven  voor meer samenwerking tussen landen: Verenigde Naties. 


Je kan beschrijven:

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Verenigde Naties (VN)
  • Bijna alle landen ter wereld zijn lid van de Verenigde Naties (VN). Het belangrijkste doel is oorlog voorkomen.
  • opvolger Volkenbond

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

VN
  1. ieder land kan lid worden
  2. ondertekening verklaring van rechten van de mens (zelfbeschikkingsrecht - gelijke rechten man/vrouw)
  3. elke land heeft één stem  en is dus in principe gelijk
  4. momenteel zijn 193 landen lid

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Veiligheidsraad
  1. Raad van 15 landen
  2.  Vrede en veiligheid in de wereld
  3. Er zijn vijf permanente leden (vetorecht) (VS, FR, EN, CH, RU)
  4. Er zijn tien niet permanente leden (2 jaar)
  5. Hoofd van de VN: secretaris-generaal
  • strafmaatregelen - VN leger - vechten partijen scheiden - toezien op veiligheid -acties veroordelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

     Verwerken!
We maken nu de verwerkingsvragen in het leerdossier.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Verzoening in Verdun

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

     Doen!
Lees nu het kopje: ¨Verzoening in Verdun¨  op blz. 160 tekstboek.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verzoening en Verdun
De Franse president en Duitse bondskanselier in Verdun, 1984.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

EGKS, EEG en EG

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De motieven  voor meer samenwerking in Europa (EGKS/ (E)EG).  
Je kan beschrijven:

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
     Doen!
Lees nu het kopje: ¨EGKS, EEG en EG¨  op blz. 160 tekstboek.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)


  • jaar: 1951
  • Frankrijk, West-Duitsland, Italie, Nederland, Belgie, Luxemburg
  • Doel: samenwerking en regels voor kolen- en staalindustrie.
  • Economisch voordeel.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

EEG

  • Jaar: 1958
  • Doel: samenwerking stimuleren
  • Vrije handel tussen lidstaten
  • Afspraken over de economie
    Binnen de EEG kwam er een gemeenschappelijke markt en betere samenwerking op het gebied van o.a. landbouw, handel en transport.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

EG
  • 1967: EGKS en EEG worden samengevoegd tot de EG.
  • Europese Gemeenschap.
  • Economische samenwerking op allerlei gebieden (industrie, landbouw, kernenergie etc.).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

     Verwerken!
We maken nu de verwerkingsvragen in het leerdossier.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

De Europese unie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Het ontstaan- en verloop van de Europese Unie (1993) beschrijven.
Voordelen van de EU benoemen.
Je kan beschrijven:

Slide 24 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
     Doen!
Lees nu het kopje: "De Europese Unie¨  op blz. 161 tekstboek.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De Europese Unie
In 1993 ging de EG verder onder de nieuwe naam, Europese Unie. De EU had toen al twaalf landen en in de loop der jaren komen er nog veel meer landen bij.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

28 Lidstaten EU

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Euro
  • In 2002 gingen de meeste landen van de EU dezelfde munt gebruiken: de euro.
  • Meer eenheid en eerlijke concurrentie. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

     Verwerken!
We maken nu de verwerkingsvragen in het leerdossier.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Dagelijks leven

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Dagelijkse leven
Veel invloed op het dagelijkse leven heeft de regel dat EU-burgers in de hele EU mogen werken en wonen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Op welke manier de Europese Unie wordt bestuurd.
Je kan beschrijven:

Slide 34 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Het bestuur van Europa

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Bestuur van de Europese Unie
Overzicht

  • De Europese Commissie
  • Het Europees Parlement
  • De Raad van Ministers

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Europese Commissie



  • Dagelijks bestuur.
  • Bestaat uit 28 commissarissen (vergelijkbaar met onze ministers).  

  • Doet wetsvoorstellen en voert wetten uit. 

Frans Timmermans

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Europees Parlement



  • Controleert de Europese Commissie. 
  • Elke vijf jaar verkiezingen.

  • Moet wetsvoorstellen (van de Europese Commissie) goedkeuren.

  • Kan wetsvoorstellen afwijzen (recht van amendement). 
  • 751 leden (op basis van inwoners per lidstaat).  

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Raad van Ministers


  • Bestaat uit ministers van alle lidstaten.


  • Ministers met hun eigen portefuille (denk aan: milieu, buitenlanse zaken, economie, onderwijs etc.) 
  • Bepalen het beleid van de Europese Commissie.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions



Voorstanders:
  1. Eenheid
  2. Gezamenlijke besluiten
  3. Verenigde Staten van Europa


Tegenstanders:
  1. Autonomie verloren.
  2. Brussel bepaalt.
  3. Terug naar zelfstandige staten.
  4. Bijv. Brexit.

Meer of minder EU?
Democratisch tekort: 
  1. Europese burgers weten weinig over de Europese Unie.
  2. Burgers komen niet opdagen tijdens verkiezingen. 
  3. Weinig/ geen verbondenheid

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

     Verwerken!
We maken nu de verwerkingsvragen in het leerdossier.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions