Stijl

Taal
Stijl
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taal
Stijl

Slide 1 - Slide

dinsdag 3 december
- Lezen
- Introductie lessenserie Taal
- Uitleg stijlfiguren
- Zelfstandig werk
- Huiswerk

Slide 2 - Slide

Zelfstandig lezen
l
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Les- en leerdoelen
De aankomende weken leer je:

  • hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
  • de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en           hyperbool;
  • wat morfemen zijn en
  • wat oude naamvallen zijn.

Slide 4 - Slide

Taal paragraaf 2
In deze les leer je over beeldspraak en stijlfiguren:

  • hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
  • de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en hyperbool.

Slide 5 - Slide

Stijl
Stijl is de manier waarop je spreekt of schrijft. De stijl die je kunt gebruiken is onder meer afhankelijk van jouw publiek.
Er zijn verschillende stijlfiguren. Een stijlfiguur zorgt ervoor dat een tekst afwisselend wordt. En daarmee prettiger om te lezen. Een stijlfiguur kun je ook gebruiken om wat je zegt duidelijker te maken.

Slide 6 - Slide

Stijlfiguren
  • Herhaling
  • Tegenstelling (antithese)
  • Opsomming (enumeratio):
  1.  in drieën (opsomming van drie begrippen) 
  2. drieslag (vaste opsomming van drie)
  3. climax (sterker wordende reeks)
  4. omgekeerde climax (zwakker wordende reeks)
  • Hyperbool: een ernstige overdrijving.
  • Understatement: iets wat je heel erg afzwakt, minder erg laat lijken.
  • Eufemisme: verzachting van de werkelijkheid.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat is je opgevallen aan het betoog van Thierry Baudet?

Slide 9 - Open question

Stijlfiguren
  • enumeratio: opsomming; ik heb proefwerken, opdrachten, werkstukken en examens.
  • opsomming in drieën: opsomming van drie begrippen; vader, moeder en kinderen.
  • drieslag: vaste opsomming van drie begrippen met soms een vorm van rijm; boeren, burgers en buitenlui; ik kwam ik zag, ik overwon.
  • Climax: steeds sterker wordende reeks; goed, geweldig, fantastisch
  • hyperbool: sterke overdrijving; ik heb me dood gelachen
  • understatement: een afzwakkende term of omschrijving; het was een leuk bedragje.
  • antithese: tegenstelling; een lach en een traan.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Welke stijlfiguren hebben
we ontdekt in het betoog van
Thierry Baudet?

Slide 12 - Mind map

Wat ga je doen?
Maak opdracht 1 en 2 van bladzijde 92 en 93. 

Bij het lezen van tekst 1 onderstreep je de kernzinnen. 

Klaar? 
Bedenk een tussenkopje bij alinea 2-3, bij alinea 4, bij alinea 5 en bij alinea 6.



timer
10:00

Slide 13 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van deze les ken je de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax, hyperbool, understatement en anthithese.

Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken.

Controlevraag

welke stijlfiguren herken je in de volgende video van Pieter Omtzigt?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video