G1 | Cours 44 | Unité 4 - ex. 25,27,28,29,30

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bienvenue au cours de français!

Aan het einde van deze les ....

• .. kan ik het werkwoord 'avoir' correct uitspreken én verstaan.
• ...begrijp ik korte verhalen over dieren.

Unité 4 "Histoires d'animaux"

> Inloggen LessonUp

> livre + cahier + stylo

Le programme

Les devoirs - het huiswerk

> zie studieplanner op HBL ELO (Semaine 19-23 avril)

• Vocabulaire: apprendre 5- 10'
• Écoutez: exercice 25 - 10'

• Au travail! | weektaak - 20'
  

• Ga naar www.quizlet.live
  
  
• Vocabulaire Unité 4: 
  https://quizlet.com/RosalieJasmijn/folders/hv1-unite-4-animaux/sets

Tip: Voeg jezelf toe aan de Quizlet classe G1/H1
> https://quizlet.com/join/NuzPHxpbg

Exercice 25, p. 84

Notez les chiffres 1 à 10 dans votre cahier.

Unité 4 - exercice 25, p.84

Au travail! 

• Werk aan je weektaak.
   (Blauw = basisniveau 6,6>10 / Geel = extra oefening <6,6)
• Klaar? Nakijken via HBL ELO! > verbeter je fouten in een andere kleur. 
• Vergeet de Vocabulaire niet!
  Oefen veel met de vocabulaire: schrijven, praten, Quizlet etc.

Hele planner op ELO

HBL ELO

Unité 4 - exercice 28, p.85

Werkwoorden oefenen!

• www.verbuga.eu
• Klik op Nederlandse vlag
• Tijden: présent
• Onregelmatige: avoir + être
• Regelmatige: arriver, habiter, parler & regarder
• Bevestigen 

Extra uitdaging? Kies ook andere regelmatige werkwoorden & schrijf de betekenis daarvan op.

Ontkenning oefenen?

• Oefen website 1
• Oefen website 2
• Oefen website 3

Extra uitdaging ontkenning?

• Bekijk deze website. Kijk goed welke ontkenningen er nog meer zijn, behalve "ne....pas"
• Oefen met de ontkenningen, vanaf oefening 5.

Avoir & Être

	Avoir (hebben)	Être (zijn)
Je/J'	ai	suis
Tu	as	es
Il/Elle/On	a	est
Nous	avons	sommes
Vous	avez	êtes
Ils/Elles	ont	sont

Ken je de persoonlijke voornaamwoorden nog?

Sleep NL naar FA.

IK

JIJ

HIJ

ZIJ (1 persoon)

WIJ / MEN

WIJ

U / JULLIE

ZIJ (ml + mv)

ZIJ (vl + mv)

JE

TU

IL

ELLE

ON

NOUS

VOUS

ILS

ELLES

                   être           avoir        

je (j')

tu

il/elle

nous

vous

ils/elles

suis

avons

sont

a

sommes

avez

ont

es

êtes

as

est

ai

Verbes -er

1. heel werkwoord

2. letters -er eraf

3. juiste uitgang achter de stam zetten

Exemple

stap 1	stap 2	stap 3
habiter	habit	j'habit e
		tu habit es
		il/elle/on habit e
		nous habit ons
		vous habit ez
		ils/elles habit ent

Ezelsbruggetje: werkwoorden -er

Regelmatige werkwoorden op ER: sleep de uitgangen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils / elles

E

ES

E

ONS

EZ

ENT

Prononciation app. 1 (p.98)

Chanson "Poussin piou"

• Cahier +  stylo 
  schrift + pen
• Notez tous les noms d'animaux (français + néerlandais) 
  noteer alle dierennamen in het Frans met Nederlandse vertaling, die je in het liedje ziet. (in je schrift)

Le poussin

1. De kat
2. De kip
3. Het kuiken
4. De koe

La vache

1. De koe
2. Het lam
3. Het schaap
4. De hond

De kat

1. le chien
2. le chat
3. l'agneau
4. la poule

De hond

1. le chien
2. le taureau
3. l'agneau
4. la poule

Verbuga.eu

• Oefen de werkwoorden via: www.verbuga.eu
• Tijden: présent 
• Onregelmatige: avoir & être
• Regelmatige: parler & regarder
• Bevestig

En classe! 

• Vanaf hier klassikaal verder. Je ontvangt vanzelf de Meetlink in de Hangout. 
• Is de Meetlink er nog niet? Dan werk je alvast door aan het huiswerk (Exercice 3 en heel apprendre 1 leren)
• In de Meet zet je jouw camera aan.