Toets Pulsar 3BBL H3 Elektriciteit

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Toets H3 Elektriciteit

Pulsar, 3BBL

1. Op iedere batterij is de capaciteit van de batterij vermeld.
Wat betekent het begrip capaciteit?

4. Hieronder staan vier uitspraken over een parallelschakeling met lampjes.
Kruis de juiste beweringen aan.

1. Bij de parallelschakeling heeft elk lampje zijn eigen stroomkring.
2. Bij de parallelschakeling zijn de lampjes achter elkaar geschakeld.
3. Als je in een parallelschakeling een lampje inschakelt, dan gaan alle lampjes branden.
4. Als in een parallelschakeling een lampje doorbrandt, dan blijven de andere lampjes branden.

Welke energieomzetting vindt plaats bij het koken van water in een waterkoker?

1. Chemische energie --> warmte
2. Elektrische energie --> warmte
3. Bewegingsenergie --> warmte
4. Stralingsenergie --> warmte

Door welk apparaat loopt de kleinste stroom?

Door een lamp gaat een stroom van 0,5 A, 

het vermogen is 5,0 W.

Bereken de spanning van de accu waarop de lamp brandt.

Wat hoort op de ...?

De stroommeter staat ... het metaaldraad

1. ...in serie met...
2. ...parallel over...

Welke waarde geeft de stroommeter aan?

1. 0,014 A
2. 0,14 A
3. 1,4 A

8. Lars stelt de spanningsbron daarna in op 6,0 V. Door de schakeling loopt dan een stroom van 20 mA. Bereken het vermogen dat de spanningsbron levert. Gebruik: Gegeven, Gevraagd, Formule, Berekening en Antwoord

9. Lars ziet dat bij grotere spanning de metaaldraad langer wordt.
Wat is hiervan de oorzaak?

1. De draad geleidt de stroom beter
2. De draad geleidt de stroom slechter
3. De draad wordt warm

10 Lars maakt de lengte van de metaaldraad tussen de klemmen kleiner. Over het gevolg hiervan staan twee zinnen.
Wat hoort er op de ... van de tweede zin?
1 Bij het inkorten van de metaaldraad wordt de weerstand kleiner.
2 De stroomsterkte door de schakeling....

1. ...neemt dan af
2. ...blijft dan gelijk
3. ...neemt dan toe

11. Kinderen vinden het prettig als er 's nachts wat verlichting is. Een nachtlampje dat in een wandcontactdoos past, biedt uitkomst.

Welke elektrische beveiliging heeft dit nachtlampje volgens het typeplaatje?

1. Aardlekschakelaar
2. Dubbele isolatie
3. Randaarde
4. Groepszekering?

12. Het vermogen van het lampje is 0,6 W. Het lampje gebruikt per nacht 4,8 Wh aan elektrische energie.
Bereken hoeveel uur het lampje per nacht aanstaat. Gebruik: Gegeven, Gevraagd, Formule, Berekening en Antwoord

13. In het nachtlampje zit een weerstand. Over deze weerstand staat een spanning van 4,0 V. Door die weerstand loopt een stroom van 0,025 A.
Bereken de grootte van de weerstand. Gebruik: Gegeven, Gevraagd, Formule, Berekening en Antwoord.

14. Een waterkoker is voorzien van een controlelampje. Als het apparaat is ingeschakeld, brandt het lampje. In het schema van de bijlage vraag 14 zijn twee mogelijkheden voor de plaatsing van het controlelampje weergegeven.
Teken op de bijlage het controlelampje met het juiste symbool op de juiste plaats in het schema en maak een foto.

15. Jens kookt water met een waterkoker van 0,5 kW. Het apparaat doet hier een kwartier (0,25 uur) over. 1 kWh elektrische energie kost € 0,24.
Bereken hoeveel het kost om het water aan de kook te brengen. Bereken eerst het energieverbruik. Gebruik: Gegeven, Gevraagd, Formule, Berekening en Antwoord

16. In het huis Bob heeft een losse contactdoos een randaarde.
Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?

1. 1
2. 2
3. 3

17. Wat doet de randaarde als een apparaat onder stroom komt te staan?

18. Welke van de symbolen hiernaast is van een zekering?

19. Elke groep in huis is beveiligd met een zekering.
Hoe is een zekering met de apparaten in een groep geschakeld?

1. In serie
2. parallel
3. Dat verschilt per apparaat