Uitleg 6.4 - bb2

Welke beweringen horen bij een parallelschakeling?
A
Spanning = verdeeld
B
Spanning = niet verdeeld
C
Stroomsterkte = verdeeld
D
Stroomsterkte = niet verdeeld
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke beweringen horen bij een parallelschakeling?
A
Spanning = verdeeld
B
Spanning = niet verdeeld
C
Stroomsterkte = verdeeld
D
Stroomsterkte = niet verdeeld

Slide 1 - Quiz

Welke beweringen horen bij een Serieschakeling?
A
Spanning = verdeeld
B
Spanning = niet verdeeld
C
Stroomsterkte = verdeeld
D
Stroomsterkte = niet verdeeld

Slide 2 - Quiz

Wat gaan we doen?
  • Nakijken 6.3
  • Herhaling 6.3
  • Uitleg 6.4
  • Quizvragen 6.4
  • Huiswerk
Je leert..
- hoe de elektrische installatie in huis werkt.
- hoe je thuis veilig met elektriciteit omgaat.

Slide 3 - Slide

Nakijken 6.3
Pak blz 80 voor je!
Fout? Verbeteren!
Verbeterd? Begrijpen!
Begrepen? Zo niet, vragen!

Slide 4 - Slide

-Serieschakeling-
Door lampje 1 gaat een stroomsterkte van 0,8 A.

Hoeveel stroomsterkte gaat er door lampje 2?
A
0,2 A
B
0,4 A
C
0,6 A
D
0,8 A

Slide 5 - Quiz

-Serieschakeling-
Door lampje 1 en 2 gaat een stroomsterkte van 0,8 A.

Hoeveel is de totale stroomsterkte?
A
0,2 A
B
0,4 A
C
0,6 A
D
0,8 A

Slide 6 - Quiz

-Serieschakeling-
De Spanningsbron = 4,5 V.

Hoeveel spanning gaat er door lampje 1?
A
2,25 V
B
4,5 V
C
6,75 V
D
9 V

Slide 7 - Quiz

-Serieschakeling-
Door lampje 1 en 2 gaat een spanning van 2,25 V

Hoeveel is de totale spanning?
A
2,25 V
B
4,5 V
C
6,75 V
D
9 V

Slide 8 - Quiz

Serie-schakeling




Apparaten/Lampjes:
- niet apart van elkaar aan/uit
- ieder in dezelfde stroomkring
- Spanning = verdeeld
- Stroomsterkte = niet verdeeld
Parallel-schakeling




Apparaten/lampjes:
- wel apart van elkaar aan/uit
- ieder eigen stroomkring
- Spanning = niet verdeeld
- Stroomsterkte = Verdeeld

Slide 9 - Slide

-parallelschakeling-
De spanningsbron = 4,5 V

Hoeveel spanning gaat er door lampje 1?
A
2,25 V
B
4,5 V
C
6,75 V
D
9 V

Slide 10 - Quiz

-parallelschakeling-
Door lampje 1 en 2 is de spanning 4,5 V.

Hoeveel is de totale spanning?
A
2,25 V
B
4,5 V
C
6,75 V
D
9 V

Slide 11 - Quiz

-Parallelschakeling-
Door lampje 1 gaat een stroom van 0,4 A.

Hoeveel Stroomsterkte gaat er door lampje 2?
A
0,1 A
B
0,2 A
C
0,4 A
D
0,8 A

Slide 12 - Quiz

-parallelschakeling-
Stroomsterkte door lampje 1 en 2 = 0,4 A

Hoeveel is de totale stroomsterkte?
A
0,1 A
B
0,2 A
C
0,4 A
D
0,8 A

Slide 13 - Quiz

Serie-schakeling




Apparaten/Lampjes:
- niet apart van elkaar aan/uit
- ieder in dezelfde stroomkring
- Spanning = verdeeld
- Stroomsterkte = niet verdeeld
Parallel-schakeling




Apparaten/lampjes:
- wel apart van elkaar aan/uit
- ieder eigen stroomkring
- Spanning = niet verdeeld
- Stroomsterkte = Verdeeld

Slide 14 - Slide



Voordeel
batterijen:

- Geen snoer nodig
- Apparaat kun je overal gebruiken


Nadeel
batterijen:

- Energie raakt (snel) op
- Batterijen zijn duur

Slide 15 - Slide

Batterijen schakelen
Serie schakelen
- Meer batterijen serie = meer spanning

Parallel schakelen
- Meer batterijen parallel = spanning één batterij

Slide 16 - Slide

Uitleg 6.4
Energiemeter: Meet het energieverbruik

Grootheid = Energieverbruik
Eenheid = kilowattuur (KWh)

Slide 17 - Slide

Uitleg 6.4
Energieverbruik; Eenheid = kilowattuur (KWh)
Voorbeeld: Boormachine Vermogen = 2400 W (2,4 kW)

Hoe langer je deze boormachine aan hebt,
hoe meer energie je verbruikt!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Uitleg 6.4
Zekering: schakelt de stroom uit bij overbelasting en kortsluiting
Overbelasting: situatie dat er teveel stroomsterkte door een groep gaat
(te veel apparaten aangesloten op dezelfde groep)
Kortsluiting: plus- en minpolen zijn met elkaar verbonden, zonder apparaat.

Slide 20 - Slide

Wat is de eenheid van Energieverbruik?
Wat komt er achter het getal te staan?
A
kW
B
kWh
C
V
D
A

Slide 21 - Quiz

Een huisinstallatie bestaat uit meerdere groepen.
Waarmee is elke groep beveiligd?
A
overbelasting
B
energiemeter
C
zekeringen
D
kortsluiting

Slide 22 - Quiz

Als er te veel apparaten zijn aangesloten op één groep, dan spreek je over ......
A
kortsluiting
B
overbelasting
C
teveel Stroomsterkte
D
stroomkring

Slide 23 - Quiz

Wat gebeurt er met de lamp als er kortsluiting ontstaat?
A
De lamp gaat branden
B
De lamp gaat uit
C
De lamp gaat kapot
D
Welke lamp?

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
B-route: Maken Samenvatting blz 89
 + Opgaven 64 + 65 + 67 t/m 71 + 74 + 76 (blz 90 t/m 96) 

K-route: Maken Samenvatting blz 89 + Opgaven 64 + 65 + 68 + 70 + 71 + 73 + 74 + 76 (blz 90 t/m 96)

Slide 25 - Slide

Practicum - Schakelingen
Voor de opdrachten uit op het werkblad
Werk samen in tweetallen

Lees de blauwe kaart voor het aansluiten van de meters!

Slide 26 - Slide