Ex. 9 Gebruik Google voor je antwoorden
Ex. 10a, 10b, 10c (possible =mogelijk/ impossible=onmogelijk)
Ex. 11b Vul de tabel in, de woorden zijn onderstreept in de tekst op blz. 67.
Ex. 12a Wat vindt je lekker om te eten? En wat niet?
Fini? Leren: voca B en herhalen voca A