Les 9: Pneumatiek - Besturingstechniek

Procestechniek






Les 9 : Pneumatiek / besturingstechniek  (H6 ELO)
1 / 50
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 50 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Procestechniek






Les 9 : Pneumatiek / besturingstechniek  (H6 ELO)

Slide 1 - Slide

Weekplanning
Week 4: Meten en Regelen en besturen (De basis)
Week 5: Meten en regelen en beheersen (PLC)
Week 6: Excursie SELO
Week 7: Sensoren en Automatisering
Week 8: Programmeren en uitvoeren
Week 9: Pneumatiek 
week 10: Pneumatiek en besturingstechniek
week 11: .....

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • Pneumatiek en stuurventielen
  • Besturingstechniek. En of Ja
  • Aan de slag!

Slide 3 - Slide

Les 8: Pneumatiek
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Jij:
  • Kent de toepassing van stuurventielen
  • Kan de verschillende schakelingen herkennen
  • Weet waar en wanneer welke stuurventiel  wordt toegepast.


Slide 5 - Slide

Pneumatische besturing
Binaire signalen en commando's hebben steeds twee mogelijke waarden. 
Deze twee waarden coderen we met nul (0) of één (1). 

We zullen vier pneumatische bassisschakelingen onderscheiden:
-  ja-functie;
-  niet-functie;
-  en- functie;
-  of-functie.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Pneumatische besturing
Een pneumatische besturing krijgt pneumatische
 signalen binnen, afkomstig van de signaalgevers.
Op basis van de signalen stuurt de besturing
pneumatische commando's uit.
De commando's gaan naar de hoofdschakel-
elementen, deze sturen de uitvoerorganen aan.'
In de stuurkring is de besturing dus te vinden 
tussen de signaalgevers en de hoofdschakelelementen.

Slide 22 - Slide

Pneumatische besturing - 0 en 1
Signaalgevers
Het 3/2-venitel heeft twee mogelijke standen: 
niet bediend of wel bediend.
Bij een handbediend 3/2-venitel krijgen we de
bediende stand door op de knop te drukken.

signaalgevers:  niet bediend  = 0
                                 wel bediend   = 1

Slide 23 - Slide

Pneumatische besturing - 0 en 1
Het signaal van het 3/2-ventiel heeft ook 
twee mogelijke waarden:
geen luchtdruk en wel luchtdruk.




Pneumatisch signaal: geen luchtdruk  = 0
                                                wel luchtdruk     = 1

Slide 24 - Slide

Pneumatische besturing - 0 en 1
Uitvoerorganen

De pneumatische cilindeer is een binair uitvoerorgaan.
Het heeft twee mogelijke standen: IN en UIT.
Ook deze twee standen coderen we met 0 en 1.

Cilinder (uitvoerorgaan):  IN     = 0
                                                      UIT  = 1

Slide 25 - Slide

Pneumatische besturing - 0 en 1
Het pneumatische commando naar een hoofdschakelellement heeft ook twee mogelijke waarden.

Pneumatisch commando:  geen luchtdruk  = 0
                                                          wel luchtdruk     = 1

Slide 26 - Slide

Pneumatische besturing - 0 en 1
Het veerretour 5/2- ventiel


Slide 27 - Slide

Pneumatische besturing
In schema's en waarheidstabellen worden:
- de signaalgevers aangeduid met een kleine letter.
- de uitvoerorganen aangeduid met een hoofdletter.




Slide 28 - Slide

Pneumatische besturing - JA
Een enkelwerkende pneumatische 
cilinder met een 3/2-ventiel.
Het ventiel is handbediend, veerretour 
en normaal gesloten (NC).

Als het ventiel niet bediend is, dan is
de cilinder IN.
Als het ventiel wel bediend is, dan is
de cilinder UIT

Slide 29 - Slide

Pneumatische besturing
Waarheidstabel

In waarheidstabel staan alle mogelijke combinaties van de schakelstanden van de signaalgevers.
Bij elke combinatie kunnen we de stand van het uitvoerorgaan (0 of 1) aflezen.

Slide 30 - Slide

Pneumatische besturing - JA

Slide 31 - Slide

Pneumatische besturing - JA
Waarheidstabel
Uit deze tabel kunnen de werking van 
pneumatische installaties worden afgelezen.

JA-functie
Een schakeling die precies deze waarheidstabel heeft wordt een JA-funtie genoemd.
De basisschakelingen worden ook wel logische basisfuncties genoemd. De codering 0 en 1 is gebaseerd op logica.

Slide 32 - Slide

Pneumatische besturing - JA
Waarheidstabel
In de waarheidstabel staan alle 
schakelstanden van de signaalgevers.
Bij elke schakelstand kunnen we de 
stand van het uitvoerorgaan aflezen.

Slide 33 - Slide

Pneumatische besturing - JA
Maak van nevenstaande installatie 
een waarheidstabel.


Geef de schakelformule voor
nevenstaande installatie.

Slide 34 - Slide

Pneumatische besturing - JA

Slide 35 - Slide

Pneumatische besturing - NIET
NIET-functie

De NIET-functie wordt ook wel de inverse (= omgekeerde) functie genoemd.
Het signaal van een NIET-functie wordt dan het geïnveerteerde (omgekeerde) signaal genoemd.



Slide 36 - Slide

Pneumatische besturing - NIET
De installatie van bijgevoegde afbeelding
werkt als volgt:

- Als het ventiel niet bediend is staat de 
cilinder uit.

- Als het ventiel wel bediend is, knop indrukken,
gaat de cilinder in.

Slide 37 - Slide

Pneumatische besturing - NIET

Slide 38 - Slide

Pneumatische besturing - NIET

Slide 39 - Slide

Pneumatische besturing - EN
De EN-klep wordt ook wel tweedruk-ventiel genoemd.
Beide bedieningen moeten worden ingeschakeld om een pneumatische stroom te krijgen.
Vaak is dit uit veiligheid.

Slide 40 - Slide

Pneumatische besturing - EN
Maak van nevenstaande installatie een
waarheidstabel.

Slide 41 - Slide

Pneumatische besturing - EN

Slide 42 - Slide

Pneumatische besturing - EN

Slide 43 - Slide

Pneumatische besturing - EN
Werking van de EN-klep

Slide 44 - Slide

Pneumatische besturing - OF
Bij een OF-functie wordt de pneumatische stroom via het ene of het andere ventiel òf via beide ventielen gestuurd.

Slide 45 - Slide

Pneumatische besturing - OF
Maak een waarheidstabel van het OF-ventiel

Slide 46 - Slide

Pneumatische besturing - OF

Slide 47 - Slide

Pneumatische besturing
Samenvatting van de basisfuncties.

Slide 48 - Slide

Check - Lesdoelen
Jij:
  • Kent de toepassing van stuurventielen
  • Kan de verschillende schakelingen herkennen
  • Weet waar en wanneer welke stuurventiel  wordt toegepast.


Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide