TC A2 6.12 + luisterexamen

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

Taalles maandag 25 januari 

08.45 uur tot 12.00 uur

Docent: Christel

06-42270848

[e-mail]

A.VINB02A/B

This video is no longer available

Welke video was dit?

Wat heb je nodig?

Voor deze les heb je nodig:

- Je boek TaalCompleet A2

- Je schrift

- Een potlood
- Je telefoon met Whatsapp

Wat gaan we doen vandaag?

1. Paragraaf 6.12

2. Oefenen voor het luisterexamen

Wat kun je aan het einde van de les?

Na de les:

- kun je zinnen maken in de voltooide tijd met werkwoorden die beginnen met be-, ge-, her-, ver- of ont-. 

- weet je hoe het luisterexamen gaat en waar je op moet letten.  

Paragraaf 6.12 gaat over de voltooide tijd.

Dit hebben jullie al geleerd in paragraaf 2.5. 

We gaan dit eerst herhalen.

Kijk en luister naar het liedje. Hoor je de voltooide tijd?

Weet je het nog? De voltooide tijd?

Als je het nog moeilijk vindt, kijk dan nog naar de volgende uitleg. 

https:

Welke voltooide tijd hoor je in het liedje?

Pak nu je boek en open je boek op bladzijde 261. 

Lees de tekst bij 102 en kijk daarna naar de uitleg van de volgende video. 

https:

Maak nu opdracht 103 en 104.

Kijk naar de video voor extra uitleg. 

This video is no longer available

Welke video was dit?

Kijk nu je antwoorden na. 

Antwoorden opdracht 103 en 104

Opdracht 105.

Geef antwoord op de vragen. Maak hele zinnen! 

Gebruik de werkwoorden die erbij staan. Zet deze werkwoorden in de voltooide tijd.

Typ je antwoorden in deze LessonUp. 

1. Wat heeft de verpleegkundige gedaan? (verzorgen)

2. Waarom ligt Kristien in het ziekenhuis? (bevallen)

3. Wanneer is het pakje gebracht? (leveren)

4. Hebben jullie een leuke vakantie gehad? (genieten)

5. Wat heb je in het weekend gedaan? (verhuizen)

6. Ben je naar de kapper geweest? (knippen)

7. Wat hebben jullie vandaag in de les gedaan? (herharlen)

8. Wie heeft de taart gekocht? (zorgen voor)

9. Waarom heb je de dokter gebeld? (verzetten)

10. Heb je een auto gekocht? (lenen)

Maak nu opdracht 106. 

Kijk enluister goed wat je moet doen.

Lees de opdracht goed.

Stuur je antwoord in LessonUp.

This video is no longer available

Welke video was dit?

Schrijf hier je bericht aan Gijs van
opdracht 106

Dictee paragraaf 6.12
Stuur een foto van je dictee

This video is no longer available

Welke video was dit?

Maak nu de opdrachten op de computer bij 6.12 op elo.kleurrijker.nl.
Klaar? Stuur dan een foto dat je klaar bent.

Nu gaan jullie oefenen met het luisterexamen. Kijk en luister naar de video wat je moet doen. 

This video is no longer available

Welke video was dit?

01:46

Waarom moet Anne stoppen met haar werk in de fabriek?

1. Anne gaat verhuizen.
2. Anne komt te vaak te laat.
3. Anne werkt niet hard genoeg.
4. Anne heeft ander werk.

03:35

Wat vinden de collega's van Alex niet netjes van Anne?

1. dat Anne langzaam werkt
2. dat Anne stopt met werken
3. dat Anne onvriendelijk is
4. dat Anne vaak te laat komt

05:16

Eli woont in het noorden van Nederland. Wat voor weer wordt het daar de komende dagen?

1. Het wordt warmer.
2. Het gaat vriezen.
3. Het gaat regenen en onweren.

07:04

Johan wil zondagavond naar het bos gaan. Wat voor weer wordt het dan?

1. Het kan dan gaan regenen.
2. Het wordt dan warmer dan 20 graden.
3. Het kan dan gaan vriezen.
4. Het wordt dan iets beter weer.

08:57

Aisha woont in het zuiden van Nederland. Wat voor weer wordt het daar in het weekend?

1. Het gaat een paar graden vriezen.
2. Het wordt ongeveer 4 a 5 graden.
3. Het wordt ongeveer 13 graden.
4. Het wordt warmer dan 20 graden.

10:38

Julio wil de cursus Nederlands 3 volgen.
Hoeveel plaatsen zijn er nog?

1. één
2. twee
3. drie
4. Geen, de cursus is vol.

12:21

Julio wil de cursus Nederlands 3 volgen.
Waar kan hij zich aanmelden?

1. in lokaal 1
2. in lokaal 2
3. in lokaal 5
4. in lokaal 15

14:02

Waarom is de straat van Amina afgesloten?

1. om de weg te repareren
2. om verlichting te maken
3. om parkeerplaatsen te maken

15:40

Wanneer gaat de straat van Amina weer open?

1. over een week
2. over een maand
3. over zes weken

17:36

Roman is onderweg naar de groene brug. Wat moet hij doen bij de groene brug?

1. Hij moet linksaf.
2. Hij moet rechtsaf.
3. Hij moet rechtdoor.
4. Hij moet parkeren.

19:35

Roman is onderweg naar het gemeentehuis. Wat moet hij doen bij de supermarkt?

1. Hij moet linksaf.
2. Hij moet rechtsaf.
3. Hij moet rechtdoor.
4. Hij moet parkeren.

21:16

Roman is onderweg naar het gemeentehuis. Waar kan hij het beste parkeren?

1. in de parkeergarage
2. aan de overkant van de weg
3. op de parkeerplaats voor bezoekers

23:19

Wie komt Roberto morgen ophalen?

1. Mario
2. Leroy
3. Ron
4. Peter

25:11

Wat moet Roberto zelf meenemen?

1. een veiligheidsbril
2. een helm
3. werkkleding
4. werkschoenen

26:56

Hoeveel examens heeft Giulia volgende week?

1. twee
2. drie
3. vijf

28:51

Giulia luistert naar het gesprek.
Welke tip geeft Chris als eerste aan Mira?

1. Ga extra veel leren.
2. Leer in de bus en in de trein.
3. Maak een planning.

30:52

Giulia luistert naar het gesprek.
Wat zegt Chris over vertraging?

1. dan heb je extra tijd om te leren
2. dan heb je minder tijd om te leren
3. dat je vaker vertraging hebt met de bus
4. dat je vaker vertraging hebt met de trein

32:51

Susan denkt dat er papier vast zit.
Wat moet ze dan als eerste doen?

1. op de groene knop drukken
2. de technische dienst bellen
3. op de pauzeknop drukken
4. de klep open en dicht doen

34:38

Wat kan John het beste doen als hij een probleem niet kan oplossen?

1. Susan erbij roepen
2. op de groene knop drukken
3. de technische dienst bellen

36:18

Welke patat bestelt meneer Gerritse?

1. dikke patat
2. patat die hij zelf nog moet snijden
3. Franse patat

38:10

Welke cola bestelt meneer Gerritse?

1. zes dozen grijze blikjes
2. zes dozen zwarte blikjes
3. tien dozen grijze blikjes
4. tien dozen zwarte blikjes

39:52

Waar moet Hamza de rekening naartoe sturen?

1. naar het postadres
2. naar de snackbar
3. naar het huisadres

41:46

Wat vraagt de moeder van Ashley aan Roxana?

1. of Roxana vanmiddag bij Maaike komt eten
2. of Roxana kan werken voor een zieke collega
3. of Roxana na school op Ashley kan passen
4. of Roxana voor haar iets aan Pia wil vragen

43:33

Bij wie gaat Ashley een boterham eten?

1. bij Lina
2. bij Maaike
3. bij Roxana
4. bij Pia

45:22

Hoe laat komt de moeder van Ashley haar ophalen?

1. om twaalf uur
2. om half vijf
3. om vijf uur
4. om half zes

Hoe ging de les?

😒🙁😐🙂😃

De les is klaar.

Heb je alles ingeleverd?

- voltooide tijd van het liedje

- opdracht 105 en 106

- foto van je dictee

- foto van je computeropdrachten van 6.12

- luisterexamen

Vanmiddag krijgen jullie weer een nieuwe les van Manon.