Woorden 2.3

10 minuten lezen in je leesboek
timer
10:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

10 minuten lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Woorden 2.3
Doelen:
- Je kent de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels.
- Je kent de betekenis van de behandelde woorden. 

Slide 2 - Slide

woorden bespreken
eerst bespreken we de woorden uit het lesboek:

https://talent.secure.malmberg.nl/stream/2_havo_vwo/lessons/chapter/es:6BCC07E6-5B44-4C5C-9F77-BF8860BB5F9E/paragraph/es:B7411E95-E54F-4784-94A7-F9088ACF7AAA/lesson/es:C61FEFCC-06E8-4F76-9EEA-0798BD609704?chapterId=es:6BCC07E6-5B44-4C5C-9F77-BF8860BB5F9E&groupId=f269d61a-547f-4034-a49d-5b08095882f4&paragraphId=es:B7411E95-E54F-4784-94A7-F9088ACF7AAA&streamId=2_havo_vwo&pid=es:C61FEFCC-06E8-4F76-9EEA-0798BD609704

Slide 3 - Slide

Woorden 2.3
In het Nederlands worden veel Griekse en Latijnse voorvoegsels en achtervoegsels gebruikt.  Als je de betekenis van deze woorden of woorddelen kent, kun je de betekenis van veel onbekende woorden afleiden.

Slide 4 - Slide

welke voor of achtervoegsels uit het Grieks of Latijns ken je?

Slide 5 - Open question

https://talent.secure.malmberg.nl/stream/2_havo_vwo/lessons/chapter/es:6BCC07E6-5B44-4C5C-9F77-BF8860BB5F9E/paragraph/es:B7411E95-E54F-4784-94A7-F9088ACF7AAA/lesson/es:C61FEFCC-06E8-4F76-9EEA-0798BD609704?chapterId=es:6BCC07E6-5B44-4C5C-9F77-BF8860BB5F9E&groupId=f269d61a-547f-4034-a49d-5b08095882f4&paragraphId=es:B7411E95-E54F-4784-94A7-F9088ACF7AAA&streamId=2_havo_vwo&pid=es:C61FEFCC-06E8-4F76-9EEA-0798BD609704

Slide 6 - Slide




ter voorbereiding op de opdrachten

Slide 7 - Slide

Woorden 2.3
Bekijk de filmpjes voordat je de tekst gaat lezen in je theorieboek. Dit helpt je om de tekst te begrijpen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wie is Puck Meerburg?
A
een jongen die al heel jong leerde computeren
B
Een jongen die al heel jong leerde programmeren
C
Een jongen die heel jong naar de middelbare school ging
D
Een jongen die al heel jong voor Apple werkt.

Slide 10 - Quiz

Welke woordgrap wordt er in de titel van tekst 1 gebruikt?

Slide 11 - Open question

Woorden 2.3
Bekijk het filmpje. Dit filmpje hoort bij tekst 2.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Woorden 2.3
Ga aan de slag met de opdrachten.
Welke? dat staat in magister

Slide 14 - Slide