iota subscriptum
1 / 16
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
1
2
3
4
5
6
ξ
λ
ο
μ
κ
ν
Slide 2 - Drag question
ε
υ
ω
η
ο
α
alfa
epsilon
èta
omikron
upsilon
omega
Slide 3 - Drag question
De letters uit de vorige vraag waren allemaal
A
medeklinkers
B
klinkers
C
tweeklanken
Slide 4 - Quiz
een iota subscriptum komt alleen voor bij tweeklanken
A
niet waar
B
waar
Slide 5 - Quiz
Wat is een goed geschreven tweeklank?
A
οοι
B
ῳ
C
ωι
Slide 6 - Quiz
Wat is een goed geschreven tweeklank?
A
ει
B
ηι
C
ῃ
Slide 7 - Quiz
Hoe heet elk van deze Griekse letters?
ψ
α
φ
λ
π
labda
psi
pi
phi
alpha
Slide 8 - Drag question
alfa
beta
gamma
theta
epsilon
dzeta
delta
eta
δ
γ
β
ε
θ
η
α
ζ
Slide 9 - Drag question
mu
pi
iota
ksi
omikron
labda
nu
kappa
ν
ι
π
ο
ξ
κ
μ
λ
Slide 10 - Drag question
rho
omega
phi
chi
psi
sigma
upsilon
tau
υ
φ
ω
ψ
χ
τ
ρ
σ/ς
Slide 11 - Drag question
wat is de naam van deze Griekse letter?
ρ
ρ
A
rho
B
kappa
C
tau
D
delta
Slide 12 - Quiz
wat is de naam van deze Griekse letter?
τ
τ
A
rho
B
kappa
C
tau
D
delta
Slide 13 - Quiz
Hoe ziet de letter phi er uit?
A
χ
B
φ
C
ξ
D
ι
Slide 14 - Quiz
Hoe ziet de letter alfa eruit?
A
ε
B
α
C
β
D
γ
Slide 15 - Quiz
De griekse ν lijkt natuurlijk op een v; toch is het een hele andere letter - hoe spreek je de ν uit?
A
f
B
u
C
n
D
oe
