1. Elke student heeft een planningsformulier
2. Elke student weet hoe dit formulier ingevuld moet worden
3. Elke student weet wat er van haar/hem verwacht wordt om dit vak af te ronden
4. Elke student heeft aan het eind van deze les 2 goede acties voor in het planningsformulier
5. Elke student voelt zich zeker over de afronding van Ondernemend Gedrag in deze periode
6. Pitchen
Aan het eind van de les vraag ik of deze doelen zijn behaald vandaag, voor jou.