Paragraaf 2: Aardgas verbranden

Hoofdstuk 4: Warmte
1HV
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Warmte
1HV

Slide 1 - Slide

Paragraaf 2: Aardgas verbranden

Slide 2 - Slide

Waar gaan we het over hebben?
  • Hoe werkt de CV in je huis?
  • Wat heb je nodig voor verbranding?
  • Welke stoffen komen er vrij bij de verbranding van aardgas?
  • Hoe zet je dat in een reactieschema?
  • Wat is het gevaar van koolstofmonoxide?

Slide 3 - Slide

Lees blz 58 t/m 60
Klaar? Begin aan de opgaven op blz 80 van je werkboek

Slide 4 - Slide

CV

Slide 5 - Slide

Verbranding

Slide 6 - Slide

Verbrandingsproducten
methaan (g) + zuurstof (g) -> water (g) + koolstofdioxide (g)


(g) betekent gasvormig, (l) = vloeibaar en (s) = vast

Hoe kun je koolstofdioxide en water aantonen?

Slide 7 - Slide

Volledige verbranding:

Voldoende zuurstof
Blauwe vlammen
Koolstofdioxide
Onvolledige verbranding:

Te weinig zuurstof
Gele vlammen
Koolstofmono-oxide en roet

Wat is het gevaar van koolstofmono-oxide?

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Maak opg 10 t/m 18 op blz 80 en 81 van je werkboek

Klaar? Maak ook de extra stof.

Slide 9 - Slide

Antwoorden

Slide 10 - Slide

10. Brandstof, zuurstof en
       temperatuur

11. methaan (g) + zuurstof (g) ->
      water (g) + koolstofdioxide (g)

12. a. met de gasknop
       b. met de luchtschijf
       c. - gasknop en luchtschijf dicht
               draaien
           - lucifer aansteken
           - gasknop rustig open draaien
13. Een hoge ontbrandings-
       temperatuur. Ze moeten in een
       brand kunnen lopen zonder dat
       hun pak in brand vliegt.

14. Zodat er genoeg zuurstof is voor
       het verbranden van aardgas,
       bijvoorbeeld in het gasfornuis.


Slide 11 - Slide

15. Bij het verbranden van gas in de
      geiser ontstaat waterdamp. De
      waterdamp condenseert tegen
      het koude raam.

16. a. Waterstof (g) + zuurstof (g) ->
            water (l) (+ elektrische energie)
       b. Er ontstaat geen koolstof-
           dioxide bij de verbranding.
      
17. Zwavel (s) + zuurstof (g) ->
      zwaveldioxide (g)

18. a. lichtgas / stadsgas / watergas /
            syngas
        b. giftig en licht ontvlambaar
        c. licht ontvlambaar

Slide 12 - Slide