What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
spelling verkleinwoorden
Nederlands
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Slide 1 - Slide
verkleinwoorden van zn
Slide 2 - Slide
Wat plak je achter een zn om er een verkleinwoord van te maken?
Slide 3 - Mind map
verkleinen zn
bank bank
je
film film
pje
prei prei
tje
slang slang
etje
woning wonin
kje
Slide 4 - Slide
uitzonderingen
Soms moet je vanwege een mogelijke verkeerde uitspraak de schrijfwijze van woorden aanpassen.
Voorbeelden:
aut
o
aut
oo
tje
ka
r
ka
rr
etje
caf
é
caf
ee
tje
Slide 5 - Slide
woorden op -y
Bij verkleinwoorden van woorden die eindigen op –y ( met een medeklinker ervoor ) schrijf je apostrof.
Bijvoorbeeld:
baby ba
b
y
’tje
hobby ho
bb
y
’tje
cowboy cowb
o
y
tje
Slide 6 - Slide
Het lidwoord bij verkleinwoorden
Bij het enkelvoud gebruik je bij verkleinwoorden nooit het lidwoord 'de', maar het lidwoord '
het
'.
de dans het dansje
de boom het boompje
de opa het opaatje
het paard het paardje
Slide 7 - Slide
Extra: afkortingen en cijfers
dvd dvd'tje
A4 A4'tje
Slide 8 - Slide
Extra: afwijkende verkleinvormen
Jongen jongetje
Blad blaadje
Bril brilletje
Slide 9 - Slide
Wat is de verkleinvorm van "moment"?
Slide 10 - Open question
Wat is de verkleinvorm van "etalage"?
Slide 11 - Open question
Wat is de verkleinvorm van "radio"?
Slide 12 - Open question
Wat is de verkleinvorm van "verdieping"?
Slide 13 - Open question
Wat is de verkleinvorm van "cd"?
Slide 14 - Open question
Wat is de verkleinvorm van "pony"?
Slide 15 - Open question
Welke zin is correct geschreven,
lettend op leestekens en hoofdletters?
A
Woon jij in Den helder of in Schagen?
B
Woon jij in Den Helder of in Schagen.
C
Woon jij in Den Helder of in Schagen?
D
Woon jij in Den helder of in Schagen.
Slide 16 - Quiz
Het vliegtuig
A
lande
B
landde
Slide 17 - Quiz
Wat is goed?
A
Zuid-Amerika
B
Zuidamerika
C
zuid-amerika
Slide 18 - Quiz
Wat is goed?
A
Mevrouw Van Dam koopt citroenen.
B
Mevrouw van Dam koopt citroenen.
Slide 19 - Quiz
Wat is goed?
A
Ik schrijf deze brief aan Noord-europese politici
B
Ik schrijf deze brief aan Noord-Europese politici.
C
Ik schrijf deze brief aan noord-europese politici
Slide 20 - Quiz
Wat is juist?
A
'S morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
B
's Morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
C
'S Morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
D
Morgens haal ik de krant uit de brievenbus.
Slide 21 - Quiz
Wat is juist?
A
jockeytje
B
jockey'tje
Slide 22 - Quiz
Wat is juist?
A
babietje
B
baby'tje
Slide 23 - Quiz
Wat is juist?
A
bureau's
B
bureaus
Slide 24 - Quiz
Wat is juist?
A
paraplutje
B
paraplu'tje
C
parapluutje
Slide 25 - Quiz
Wat is juist?
A
Ik woon in het noorden van het land.
B
Ik woon in het Noorden van het land.
Slide 26 - Quiz
Wat is juist?
A
Een Frans kaasje lust ik graag.
B
Een frans kaasje lust ik graag.
Slide 27 - Quiz
Vul het juiste verkleinwoord in.
A
woningje
B
woninkje
C
woningkje
Slide 28 - Quiz
Vul het juiste verkleinwoord in.
A
autotje
B
auto'tje
C
autootje
Slide 29 - Quiz
Vul het juiste meervoud van het woord 'luis' in.
A
luizen
B
luisen
Slide 30 - Quiz
Vond je de lesstof moeilijk (0) of makkelijk (100)?
0
100
Slide 31 - Poll
More lessons like this
verkleinwoorden
January 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling verkleinwoorden
March 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling verkleinwoorden
March 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling verkleinwoorden
November 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
verkleinwoorden
March 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling verkleinwoorden
May 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling verkleinwoorden
May 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
spelling verkleinwoorden
March 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1