This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
3MCgs - Woensdag 23 februari
Nodig:
- Etui
- iPad
- Boek blz. 142
Slide 1 - Slide
Deze les:
Herhalingsvragen
Aan de slag
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Herhalingsvragen
Check vragen
Slide 3 - Slide
De Tweede Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de asmogendheden.
Welk land hoorde bij welke kant? Eentje is al ingevuld.
Asmogendheden
Geallieerden
Slide 4 - Drag question
Sleep de veldslagen in de juiste volgorde.
Aanval op Polen
Inval in Nederland, België en Frankrijk
D-Day
Operatie Barbarossa
Slag om Stalingrad
Berlijn wordt ingenomen door Sovjet-Unie
Slide 5 - Drag question
Welk begrip? "Het van te voren controleren van berichten in de kranten of op de radio."
A
Mobilisatie
B
Capituleren
C
Bezetting
D
Censuur
Slide 6 - Quiz
Welk begrip? "Het gevechtsgereed maken van een leger."
A
Mobilisatie
B
Capituleren
C
Bezetting
D
Censuur
Slide 7 - Quiz
De Duitsers zorgden ervoor dat alle organisaties in Nederlanden werden gelijkgeschakeld. Wat betekent dit?
A
Elke organisatie moest een gelijk aantal werknemers hebben.
B
Elke organisatie kreeg de vrijheid om te bepalen wat ze wilden.
C
Elke organisatie moest precies doen wat de Duitsers zeiden.
D
Elke organisatie moest voortaan Duits als taal gebruiken.
Slide 8 - Quiz
1. Welke gebeurtenis wordt in de bron beschreven?
2. En wat was het gevolg van de beschreven gebeurtenis?
A
1. De mobilisatie
2. De Februaristaking
B
1. De mobilisatie
2. De Spoorwegstaking
C
1. Een razzia
2. De Februaristaking
D
1. Een razzia
2. De Spoorwegstaking
Slide 9 - Quiz
Wanneer was deze februaristaking?
A
12 mei 1991
B
23 februari 1941
C
25 februari 1940
D
25 februari 1941
Slide 10 - Quiz
Wat was de aanleiding voor de Februaristaking?
A
Het oppakken van joden in Amsterdam
B
Het executeren van leiders van een staking
C
Het neerschieten van verzetstrijders
D
De inval in Polen
Slide 11 - Quiz
Dit beeld herinnert aan de Februaristaking van 1941. Het beeld wordt tegenwoordig gebruikt als startpunt voor demonstraties door mensen die zich verbonden voelen met dit symbool. Waar zijn de demonstraties die bij dit monument worden gehouden vaak tegen gericht?
Gebruik de bron
A
Tegen de komst van buitenlanders
B
Tegen racisme en discriminatie
C
Tegen slechte huisvesting van veel arbeiders
D
Tegen toenemende onveiligheid in arbeiderswijken
Slide 12 - Quiz
Geef van de 5 voorbeelden aan of hier sprake is van 'verzet' of 'collaboratie':