Woorden 3.5 taboewoorden

Leerdoelen

Je weet wat taboewoorden zijn;
Je weet hoe taboewoorden veranderen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen

Je weet wat taboewoorden zijn;
Je weet hoe taboewoorden veranderen.

Slide 1 - Slide

Taboewoorden (schelden)

Slide 2 - Slide

Taboewoorden
-Woorden die je niet hoort te gebruiken. 
-Verschilt per persoon/groep/nationaliteit (gelovigen: vloeken, ouderen: shit)
- Verandert in de loop der tijd: wijf (vroeger neutraal voor vrouw), pest (ziekte van vroeger)
- Veel taboewoorden hebben met ziekte of seks te maken (krijg de kanker, de klere)



Slide 3 - Slide

Tegen wie kun je zeggen:
"Dat was echt fokking mooi!"
A
je ouders
B
je vriend(inn)en
C
je grootouders
D
je docent

Slide 4 - Quiz

Welk woord heeft voor jou de meest negatieve bijklank?
A
Belg
B
Nederlander
C
Spanjaard
D
Turk

Slide 5 - Quiz

Welk woord heeft de meest negatieve bijklank voor jou?
A
Shit
B
Kut
C
Klote
D
Kanker

Slide 6 - Quiz

Taboewoorden
Als een woord vaak in een negatieve context wordt gebruikt, wordt een nieuw woord gecreëerd.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 1
Als het vervangende woord taboe wordt


Gastarbeider
Buitenlander
Allochtoon
Persoon met een migratieachtergrond

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 2
Gehandicapt ***  invalide *** mindervalide *** andersvalide ***
Persoon met een beperking *** persoon met zorgbehoefte

Slide 9 - Slide

Voorbeelden 3 & 4
Zelfmoord *** Zelfdoding
***Het eigen leven nemen **Suïcide

Ouden van dagen *** oudje *** bejaarde *** 
Senioren

Slide 10 - Slide

Wat is het ergste taboewoord dat je kent?

Slide 11 - Open question

Taboewoorden/ stereotype 1948

Slide 12 - Slide

Taboewoorden/ stereotype 1931
                                                                                      Inheemse bevolking: 'zwartjes'

Slide 13 - Slide

Taboewoorden
2015

Slide 14 - Slide

Taboewoorden (negerkoning wordt koning van de Zuidzeeën)
[...]"De afgelopen jaren dacht ik dat het n-woord bij de geschiedenis hoorde en dat het dus wel kon blijven", zegt ze in de krant Dagens Nyheter. "Maar ik ben nu van gedachten veranderd omdat het woord nog altijd wordt gebruikt. Het is kwetsend en daarom kan het niet blijven staan in de boeken over Pippi."

Andere tijden
Nyman benadrukt dat de boeken zijn geschreven in een tijd dat nog niemand aanstoot nam aan de termen. "Ik groeide op in een Zweden waar alleen blanken woonden. Het heeft lang geduurd voordat er andere mensen kwamen." 

"Pippi Langkous in Taka-Tukaland is, als je het nu leest, kolonialistisch, hoewel het destijds bijzonder anti-racistisch was", zegt Nyman. "Hoofdstuk na hoofdstuk benadrukt Astrid hoe gelijk zwarte en blanke kinderen zijn, ook al krijgen ze een ander leven en wonen ze op andere plaatsen."

In de boeken werd piratenkapitein Ephraïm Langkous 'negerkoning' genoemd. In de nieuwe editie is hij 'koning van de Zuidzeeën'. 


Slide 15 - Slide

stereotype

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Stereotype 
Vast beeld of gedrag dat je van iets of iemand hebt, maar dat niet altijd klopt met de werkelijkheid.           (Vrouw/man stereotype)

Slide 18 - Slide