LESDOEL: ik weet wat lijn-, punt- en draaisymmetrie zijn
Herhaling
Vragen
Uitleg
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Vragen over figuren tekenen
Opgaven 37 t/m 41 of 45
Hoe doe je dit?
Slide 4 - Slide
Vragen over spiegelen in een lijn
Opgaven 44 of 47
Hoe doe je dit?
Slide 5 - Slide
Vragen over spiegelen in een punt
Opgave 43
Hoe doe je dit?
Slide 6 - Slide
Vragen?
Over andere opgaven? 42, 46, 48 of 49
Slide 7 - Slide
2.5 Symmetrie
Lijnsymmetrisch/Spiegelsymmetrisch: de twee helften passen (bij dubbelvouwen) precies elkaar.
Spiegelbeeld
Symmetrieas
Meerdere symmetrieassen?
Slide 8 - Slide
1.5 lijnsymmetrie
Lijnsymmetrisch/Spiegelsymmetrisch: de twee helften passen (bij dubbelvouwen) precies elkaar.
Spiegelbeeld
Symmetrieas
Meerdere symmetrieassen?
Slide 9 - Slide
Lijnsymmetrisch figuur afmaken
0. Staat het figuur op een rooster? Tel de hokjes;
Slide 10 - Slide
Lijnsymmetrisch figuur afmaken
0. Staat het figuur op een rooster? Tel de hokjes;
1. Teken de loodlijn vanuit elk hoekpunt door de symmetrieas en teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (met dezelfde afstand van de lijn);
Slide 11 - Slide
Lijnsymmetrisch figuur afmaken
0. Staat het figuur op een rooster? Tel de hokjes;
1. Teken de loodlijn vanuit elk hoekpunt door de symmetrieas en teken het spiegelbeeld van elk hoekpunt (met dezelfde afstand van de lijn);
2. Maak de figuur af.
Voorbeeld.
Slide 12 - Slide
Draaisymmetrie
Na een stukje draaien, niet volledig (360º) past het figuur precies op zichzelf.
Het Draaipunt
Slide 13 - Slide
De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
Slide 14 - Slide
De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
Slide 15 - Slide
De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past
Slide 16 - Slide
De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past
2. 360º : stap 1 =
Slide 17 - Slide
De kleinste draaihoek
De hoek waarover je het figuur moet draaien om weer precies op zichzelf te passen
0. Controleer of het figuur draaisymmetrisch is
1. Draai het figuur helemaal rond en tel hoe vaak het figuur op zichzelf past
2. 360º : stap 1 =
Voorbeeld: 360º : 5 = 72º
Slide 18 - Slide
Aan de slag
Maak: 50 t/m 54
Klaar? Nakijken
Je gaat rustig aan het werk!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de uitleg in het boek en/of overleg op fluistertoon met je buurman / buurvrouw vóór je je vinger opsteekt.