Klas 2 Thema C Paragraaf 5 'Mening geven'

Wat heb je geleerd
in de vorige les?
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat heb je geleerd
in de vorige les?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Paragraaf 5: Mening geven

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Opdracht 1 blz 171 (maar dan anders) 
Doel: Oefenen met argumenten.

Per rij krijg je een stelling (mening).
Werk in tweetallen. 
- Bedenk of jullie het eens zijn met de stelling of oneens. 
- Bedenk ten minste drie argumenten bij de stelling (voor of tegen). 
                Een argument legt een mening uit en begint met 'want' of 'omdat'.  
- Zorg ervoor dat de anderen je argumenten nog niet horen!

Slide 5 - Slide

Dit kan je helpen bij het bedenken van goede argumenten:
Argumenten beginnen met 'want' of 'omdat' (of 'namelijk').

Argumenten zijn vaak:
voorbeelden (je eigen ervaring bijvoorbeeld)
feiten (iets met onderzoek, percentages, getallen)
oorzaken/gevolgen (wat is het gevolg van een stelling?)
emoties (welk gevoel roept iets op)
nut (waar is het goed voor?)
vergelijking (waar doen/vinden ze hetzelfde, bv in een ander land?)
autoriteit (wie heeft er verstand van en zegt het ook?)




Slide 6 - Slide

Dit zijn de stellingen:
Rij 1. De muziekschool moet gratis worden voor alle kinderen.
Rij 2. Op elke school moet een kunstvak (tekenen, handvaardigheid, muziek, drama) een verplicht examenvak zijn.
Rij 3. Cijfers geven voor kunstvakken moet verboden worden. 


timer
5:00

Slide 7 - Slide

Argumenten uitwisselen
Per rij vertellen we de stelling en om de beurt een argument. 
Luister goed naar elkaar, zodat je geen argumenten herhaalt.
Ben je het niet eens met het vorige argument? Begin dan met 'maar'. 

Als je herhaalt ben je af. Hoe vaak kunnen we de hele rij door?
De rij met de meeste nieuwe argumenten (voor of tegen) heeft gewonnen.

De andere rijen luisteren goed en steken hun hand op als ze een argument niet duidelijk genoeg vinden. Degenen die aan de beurt zijn, onderbouwen het dan beter (= leggen beter uit wat ze bedoelen.)

Slide 8 - Slide

opdrachten
Je docent vertelt je welke opdrachten je moet maken van paragraaf 5 

Slide 9 - Slide

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 10 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Mind map