vlakke figuren en symmetrieassen

Vlakke figuren
Ruimte figuren
1 / 46
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vlakke figuren
Ruimte figuren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen

Slide 3 - Quiz

Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?
A
vlieger
B
parallellogram
C
vierkant
D
ruit

Slide 4 - Quiz

welke vlakke figuren ken je?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

hoe groot is hoek B2?
A
180 - 60 = 120
B
180 : 3 = 60
C
180 - 90 =90
D
iets anders

Slide 7 - Quiz

hoe groot is hoek B2?
A
180 - 60 = 120
B
180 : 3 = 60
C
180 - 90 =90
D
iets anders

Slide 8 - Quiz

Als B2 = 120 dan is
hoek D?
A
Overstaande hoek dus ook 120
B
180 : 3 = 60
C
Dat is een rechte hoek dus 90
D
iets anders

Slide 9 - Quiz

Als hoek B2 =120 dan
is hoek C
A
overstaande hoek dus ook 120 graden
B
een rechte hoek dus 90
C
F hoek dus 60 graden
D
iets anders

Slide 10 - Quiz

Als hoek B1 = 60 dan
is hoek E2
A
overstaande hoek dus ook 120 graden
B
een rechte hoek dus 90
C
Z hoek dus 60 graden
D
iets anders

Slide 11 - Quiz

 vlakke figuren

Slide 12 - Slide

Even puzzelen
A12=A1+A2

Slide 13 - Slide

Hoe groot is hoek B?
A
gelijkbenig dus 40 graden
B
180 - 40 -40 =100
C
kan je zo niet zien
D
180 - 40 -90 = 50

Slide 14 - Quiz

Hoe groot is hoek A2?
A
gelijkzijdig dus 40 graden
B
180 - 50 -90 = 40
C
kan je zo niet zien
D
180 - 40 -90 = 50

Slide 15 - Quiz

Hoe groot is hoek D2?
A
kan je niet berekenen
B
180 - 90 = 90
C
F hoek dus 90
D
180 - 40 -90 = 50

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Hoeveel graden is hoek A
A
overstaande hoek dus 45
B
Dat kan je zien A = B = D =98
C
360 -98 -98 -45 =119
D
Dat kun je niet berekenen.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Hoe groot is hoek G?
In driehoek ABG

Slide 20 - Open question

hoe groot is hoe E?
In vierhoek BEFG

Slide 21 - Open question

hoe groot zijn de hoeken
BCE?
Hoe heet deze driehoek?

Slide 22 - Open question

Hoe groot zijn de hoeken
C , E? In de driehoek CDE
Hoe heet deze driehoek?

Slide 23 - Open question

Symmetrie as(sen)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Een vlieger heeft
A
Geen symmetrie-assen
B
één symmetre-as
C
twee symmetrie-assen
D
vier symmetrie-assen

Slide 26 - Quiz

We zien een figuur met..
A
Diagonalen
B
Symmetrie-assen

Slide 27 - Quiz

Heeft een parallellogram een symmetrie-as?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 29 - Quiz

hoeveel symmetrie-assen heeft een vierkant?

Slide 30 - Mind map

Hier zien we weer even de symmetrieassen van de vierhoeken

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Wat herken je in dit plaatje?
A
Schuifsymmetrie
B
Overstaande hoeken
C
Niks

Slide 33 - Quiz

Is dit schuifsymmetrie
A
Nee
B
Ja
C
Geen idee

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Video

moeilijke vraag uit je boek
vraag 31
wat valt op?
A
hoek A = 34 hele hoek E is recht = 90
B
hoek c1 = recht = 90
C
Hoek E1 = hoek E2
D
A, B en C zijn goed

Slide 36 - Quiz


A
E1 =E2= E3= 90:3 =30
B
Hoek D = 180 - 90-34 =56
C
E1,2 = 180 - 90 -34 =
D
Hoek B1 = 180 -34 -34 =112

Slide 37 - Quiz

hoe bereken je E1,2 in driehoek ACE

Slide 38 - Slide

Hoe bereken je dus E1,2 in driehoek ACE?

Slide 39 - Open question

Als E1,2 56 graden is dan is E1?

Slide 40 - Mind map

Nu kan je hoek B2 uit rekenen
Je weet E2 =          dat hadden we net uitgerekend dus
280

Slide 41 - Slide

Dus hoek B2 =

Slide 42 - Open question

Maak nu je Penrose tegelpatroon opdrachten.
 De eerste vraag is som 13 op blz 48. En verder in je werkboek of op het stencil dat je vorige keer van mij hebt gekregen. Je hebt ongeveer 10 minuten.

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

hoe groot is hoek B2?
A
180 - 60 = 120
B
180 : 3 = 60
C
180 - 90 =90
D
iets anders

Slide 45 - Quiz

Als hoek B1 = 60 dan
is hoek E2
A
overstaande hoek dus ook 120 graden
B
een rechte hoek dus 90
C
Z hoek dus 60 graden
D
iets anders

Slide 46 - Quiz