Les 1a en b Week 45

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3,4

Restaurant

Reisen

Les 1

Was machen wir heute

-  Uitdelen Module 2 + planner

- Wat gaan we toetsen in periode 2?

- Inleveren handelingsdeel

- An die Arbeit

Was machen wir heute

Thema: essen und trinken / reisen und Hotel

Wortschatz

De standaard regels van het gebruik van der / die en das

Grammatik:

De voltooide tijd van de zwakke werkwoorden

De voltooide tijd van de sterke werkwoorden

Haben und sein

De Modalverben

Aussprache

Lesen

SE stof periode 2

Leerstof voor de toets staat in je tekstboek

blz. 33

SE B

Voortgangstoets ( Module 2) met teksten (100

min) + weging 1

SE C

Kijk en luistertoets ( 60 min.) + weging 2

Voorbereiden op de toetsen

SE B voortgangstoets (leertoets woordjes/ grammatica en teksten)

Weging 1 (12,5 %)

Deze toets bereid je voor met de Module. 

Se C kijk- en luistertoets 

Weging 2 (25%)

Deze toets bereiden we voor in de les. Iedere les oefenen we minimaal 15 minuten met kijk of luistervaardigheid.

 oefenen kun je ook zelf! op 

https://mijn.vo-content.nl/examenkracht/oefenen-op-onderwerp/1460/gemiddeld/17787

Lesen

“Den Fischern fehlen die Fische” (titel)

Wat is de oorzaak?

A De vele vakantiegangers verstoren de leefruimte van de vissen.

B De vele visserijbedrijven hebben de Bodensee bijna leeggevist.

C Door het schone water is er minder voeding voor de vissen.

D Het aantal vissen is door milieuvervuiling afgenomen.

Antwoord

 

C Door het schone water is er minder voeding voor de vissen.

Tekst 2

Lange tekst, lees eerst de Titel

Kijk naar het plaatje en lees de inleiding.

Lees dan de eerste vraag. Daarnaa de alinea die erbij hoort.

Waar moet je op letten? 

Antwoord

A Das Personal soll sich dann von der Arbeit entspannen können.

B Die meisten Deutschen haben dann keine Lust zum Einkaufen.

C Es gibt kaum Personal, das dann arbeiten will.

D In Deutschland darf dann keiner arbeiten

Tekst 2

Lange tekst, lees eerst de Titel

Kijk naar het plaatje en lees de inleiding.

Lees dan de eerste vraag. Daarnaa de alinea die erbij hoort.

Waar moet je op letten? 

Antwoord

 „Es gibt aber Ausnahmen.“ (2. Absatz) Welche Aussage dazu stimmt mit dem Text überein?

A Bestimmte Läden dürfen am Sonntag wohl geöffnet haben.

B Einige Bundesländer haben die Sonntagsruhe abgeschafft.

C Es gibt eine maximierte Zahl verkaufsoffener Sonntage im Jahr.

D Ware darf am Sonntag nur über Automaten verkauft werden.

Tekst 2

Lange tekst, lees eerst de Titel

Kijk naar het plaatje en lees de inleiding.

Lees dan de eerste vraag. Daarnaa de alinea die erbij hoort.

Waar moet je op letten? 

Antwoord

Welche Aussage über eine bayerische Bäckerei-Kette ist richtig? (3. Absatz)

A Sie arbeitet eng mit Restaurants und Cafés zusammen.

B Sie hat starke Konkurrenz durch Restaurants und Cafés.

C Sie wollte die Sonntagsruhe vor Gericht anfechten.

D Sie wollte ihre Öffnungszeiten an Sonntagen erweitern.

Grammatica voltooid deelwoord

Wat is een voltooid deelwoord?

iets wat geweest is,

ik heb gewoond 

ik heb gekookt

ik heb gefeest

Grammatica voltooid deelwoord met hulpwerkwoord

Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde, wat wijzigt is het hulpwerkwoord

Er hat sehr schön gesungen

Wir haben  sehr schön gesungen

Ihr habt sehr schön gesungen

Grammatica voltooid deelwoord met hulpwerkwoord

• Werkwoorden met uitgang – ieren

Voltooid deelwoord: ge weglaten / dus alleen stam + t  

Bijvoorbeeld: studieren -> Ich habe in Berlin studiert

reparieren -> Jesper hat das Auto repariert

• Werkwoorden met be/ ver of er ervoor : ge weglaten

Bijvoorbeeld: bezahlen -> ich habe bezahlt

                          erzählen -> sie hat erzählt

                          verhaften -> er ist verhaftet

Nog meer uitzonderingen

De volgende werkwoorden worden vervoegd alsof er een d of t in de

stam staat

Hausaufgaben

Les 1 is helemaal af, Lesen, Wörter und Grammatik

Lernen Wörterliste Seite 4 A Restaurant/eten en drinken

Vandaag af: 

Wörter en Grammatik t/m bladzijde 6 

Spreken oefenen

Jullie krijgen allemaal een kaartje met een vraag of een antwoord. Zoek degene die het antwoord op jouw vraag heeft of de vraag bij jouw antwoord

Als iedereen zijn duo gevonden heeft gaan we het verhaal in de juiste volgorde zetten 

na deze les

moet ik nog meer oefenen met het voltooid deelwoord

Snap ik hoe ik het voltooid deelwoord maak

kan ik het ook aan iemand anders uitleggen

Snap ik het nog niet en wil nog meer uitleg

Het rad geeft aan wie de klant is.

Ik ben de serveerster, ik stel een vraag, de klant die aan de beurt is geeft antwoord. Seite 7 und 8 als je het echt niet meer weet.