Present Simple
1 / 30
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is de tegenwoordige tijd?
Geef een voorbeeld.
Geef een voorbeeld.
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Wat valt je op?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Hoe veranderen werkwoorden die op een -y klank eindigen zoals study?
Slide 8 - Open question
Welke signaalwoorden horen bij:
Present Simple
Present Simple
Slide 9 - Mind map
Wat gebeurt er met werkwoorden die eindigen op een -S klank bij HE/SHE/IT?
Slide 10 - Open question
He ..... (call) me.
A
call
B
calls
Slide 11 - Quiz
He ..... (go) to the bus station.
A
go
B
goes
Slide 12 - Quiz
We often ........... (talk) about or holiday.
A
talk
B
talks
Slide 13 - Quiz
It .......... (start) in 10 minutes.
A
start
B
starts
Slide 14 - Quiz
She .......... wash) herself.
A
wash
B
washes
Slide 15 - Quiz
I never ....... (wear) this dress to school.
A
wear
B
wears
Slide 16 - Quiz
The cat .......... (play) with its toy.
A
play
B
plays
Slide 17 - Quiz
Queen Elizabeth .......... (say) goodbye.
A
say
B
says
Slide 18 - Quiz
They ...... (visit) us every summer.
A
visit
B
visits
Slide 19 - Quiz
Sometimes he .......... (do) his homework.
A
do
B
does
Slide 20 - Quiz
The hamster .......... (try) to eat.
A
try
B
tries
C
trys
Slide 21 - Quiz
He ....... in the park. (walk)
Slide 22 - Open question
She ..... English. (teach)
Slide 23 - Open question
The baby ..... . (cry)
Slide 24 - Open question
I ..... at the party. (dance)
Slide 25 - Open question
She ..... her boyfriend. (kiss)
Slide 26 - Open question
We ..... a nice film. (watch)
Slide 27 - Open question
Ik snap de present simple
A
helemaal
B
voor het grootste gedeelte
C
een beetje
D
helemaal niet
Slide 28 - Quiz
Wat heb je nodig om jezelf te verbeteren?
A
oefenen op Wikiwijs
B
extra uitleg docent
C
nog een keer de LessonUp
D
extra opdrachten op papier
