Economische modellen hoofdstuk 2: multiplier

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Economische modellen hfdst 2

Uitleg Keynes en de Klassieken

Uitleg multiplier

Het nationaal inkomen

Weten we nog? Vorige les:

Productie = inkomen

Productie komt tot stand door bestedingen van de 4 bestedingscategorieën:

Consumenten, Bedrijven, Overheid, Buitenland.

Y=W

Y= C + I + O + E -M

Hoe handelen bij onderbesteding/overbesteding?

2 denkwijzen:

Klassieken: deze groep economen ziet loon als kostenpost

Keynesianen: deze groep economen ziet loon als koopkracht

We zoomen even in op hun denkwijzen op de volgende dia's

Klassieken: Loon=kosten

Er ontstaat automatisch marktevenwicht. 

Bij onderbesteding: weinig vraag naar goederen

Weinig vraag naar arbeid

Loon  moet dalen(loon is kostenpost)

Prijs daalt

Vraag naar goederen stijgen

Vraag wordt weer gelijk aan aanbod > marktevenwicht

Keynesianen: loon=koopkracht

Bij onderbesteding: weinig vraag naar goederen

Lonen moeten omhoog (loon als koopkracht)

Koopkracht stijgt

Vraag naar goederen stijgt

Keynesianen zien loon dus als koopkracht. Klassieken zien loon als kostenpost

Multiplier

Wanneer de overheid de economie wil stimuleren in een periode van onderbesteding (en dus anticyclisch conjunctuurbeleid voert) en daartoe bijvoorbeeld extra geld uitgeeft voor overheidsinvesteringen (een deel van O), dan ontstaat er een zogenaamde multiplierwerking. Wat bedoelen we daarmee?

Van het geld dat de overheid uitgeeft moeten producten worden gemaakt, de mensen die de productiefactoren hiervoor leveren verdienen nu extra inkomen. Vervolgens gaan ook deze mensen dit geld uitgeven, waardoor er weer extra productie ontstaat, enz..enz…enz…

Hierdoor stijgt het nationaal inkomen uiteindelijk méér dan er in eerste instantie extra werd uitgegeven.

Bijvoorbeeld: de overheid investeert € 10 mld extra → waardoor het nationaal inkomen uiteindelijk met € 15 mld stijgt.

Oorzaak > gevolg

Stel de overheid gaat 10 miljard euro extra besteden, dan stijgt het nationaal inkomen (Y) dus direct met 10 miljard euro. We hebben immers al geleerd dat :

Y=C+I+O+E-M

Als O dus 10 miljard euro stijgt, stijgt Y ook 10 miljard euro.

Maar.....daar blijft het niet bij!

Nu het nationaal inkomen (Y) gestegen is met 10 miljard euro  zal er ook meer geconsumeerd gaan worden. C stijgt dus. Dus dan stijgt Y weer! Want Y=C+I+O+E-M!

Dit gaat zo dus een tijdje door en dit proces noem je de multiplier of het sneeuwbaleffect

Meer uitleg nodig over de multiplier? Kijk hier:

https://www.youtube.com/watch?v=bmJ1mw9DV4g

of hier:

https://www.economielokaal.nl/multiplier/

Vragen?

VRAGEN?

Huiswerk

2.1 t/m 2.7 maken