2.2 Onrust in de kerk


De Nederlandse Opstand
Hoofdstuk 2
80 jaar oorlog!
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


De Nederlandse Opstand
Hoofdstuk 2
80 jaar oorlog!

Slide 1 - Slide

Dit hoofdstuk...
  • Elke les start met uitleg
  • Zelfstandig werken aan de hand van de werkwijzer - voorbereiding voor de toets
  • Toets 2.2 t/m 2.6
  • PO - voorwaarde voor toets. Bonuspunt

en natuurlijk veel spanning en sensatie!

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over de
Nederlandse Opstand

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Paragraaf 2.2
Onrust in de kerk

Slide 5 - Slide

Lesdoelen:
- Hoe leidde kritiek op de rooms-katholieke kerk tot de reformatie?
- Hoe leidde de Reformatie tot een splitsing in de kerk?

Slide 6 - Slide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk
  • Ontstaan in het Romeinse Rijk
  • In de middeleeuwen was het grootse deel van de bevolking bekeerd tot het christendom.
  •  Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)
  •  Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht
  •  De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn
De Katholieke Kerk (1)
Vóór de Reformatie
was de katholieke kerk de enige Christelijke kerk. 
Reformatie = hervorming. 
Hervorming van de Katholieke kerk.  

Slide 7 - Slide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan veel beelden en kunstwerken in de kerk
  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd
  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd. Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam
De Katholieke Kerk (2)

Slide 8 - Slide

Erasmus
- Erasmus was een humanist: iemand die de klassieke literatuur en cultuur bestudeerde.

- Erasmus vertaalde de Bijbel van het Grieks naar het Latijn. Hij ontdekte veel fouten in de oude versie. 

- Erasmus was een van de eerste personen die kritiek had op personen uit de katholieke kerk.

Slide 9 - Slide

In deze periode komt er kritiek op de katholieke kerk. Zoek een ten minste 3 kenmerken van deze kerk op en vul ze hieronder in.

Slide 10 - Open question

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk
Hier zie je een aflaat. Dit was een brief die je kon kopen bij een priester. Met deze brief was je vrij van zonden en zeker van een plekje in de hemel. Vaak kostten deze aflaten veel geld.

Slide 11 - Slide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus uit de kerk verbannen.
Maarten Luther

Slide 12 - Slide

2.2 - deel 2
Planning:
- Uitleg: 
  • Je kan uitleggen waarom en hoe de reformatie zich verspreidde. 
  • Je kan de verschillen aangeven tussen katholiek en protestant en tussen de hervormers, Luther en Calvijn.
- Aan de slag met toetsvoorbereiding 

Slide 13 - Slide

Maarten Luther
- Welke kritiek had hij op de kerk?
- Hij startte de reformatie, wat betekende dit ook alweer?
Maarten Luther

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 16 - Slide

Splitsing in de kerk
  • Karel V verklaarde Luther vogelvrij.
  • DUI vorst eens met Luther ideeën.
Luther:
  • Vertaling bijbel in DUI.
  • Schrijven van boeken en pamfletten: aanhang groeit
1546: oorlog DUI. 
1555 Vrede van Augsburg: Ieder vorst mag voortaan in zijn gebied bepalen of zijn onderdanen katholiek of Luthers moesten zijn.

Slide 17 - Slide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 18 - Slide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 19 - Slide

Maarten Luther (1483-1546)

  • Duitse monnik die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken.
  • Veel aanhangers in Duitsland.
  • Luther: "Koning is aangesteld door God". Je mocht niet aan een koning twijfelen.
Johannes Calvijn (1509-1564)
  • Zwitserse hervormer die veel aanhangers in Nederland kreeg.
  • Hij geloofde dat voor je geboorte al vaststond of je naar de hemel of de hel zou gaan (predestinatie).
  • Hij vond dat een koning zijn volk goed moest behandelen. Gebeurde dit niet, dan mocht je in opstand komen.

Slide 20 - Slide

Gevolgen van de reformatie
Gevolgen van de Reformatie

  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk
  • Er is veel verwarring onder de bevolking - welke kerk is nu de juiste?
  • De protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan, dus groeit de kerk snel.
  •  Er komen strenge wetten tegen het protestantse geloof. Onder andere bedacht door hem.
  • Protestanten worden vervolgd.
Karel V

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Waarom kwamen er strenge wetten tegen de protestanten?

Slide 23 - Open question

Zoek zoveel mogelijk kenmerken op van de Protestantse kerk.

Slide 24 - Open question

Katholiek
Protestants
Beelden in de kerk
Verering van Heiligen
Geen heiligen
Kerkdienst eigen taal
Veel aandacht voor de bijbel
Kerk is arm
Paus is de baas
hagepreek

Slide 25 - Drag question

Video
Histoclips: Luther en de Hervorming

Slide 26 - Slide

0

Slide 27 - Video


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 28 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 29 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 30 - Quiz


Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 31 - Quiz

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 32 - Quiz



Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen
van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 33 - Quiz