Vroeger en nu les 1 - "Veen en turf" en "Het werk van een veenarbeider"

Veen en turf
Het werk van een veenarbeider
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Veen en turf
Het werk van een veenarbeider

Slide 1 - Slide

Wat doen we tijdens de les?
- We bekijken de kaart van Nederland. 
- We gaan filmpjes kijken over het ontstaan van veen en het    afgraven ervan.
- Je krijgt een verhaal te horen, te zien en te lezen over het    werk van de veenarbeider.
- Je maakt een opdracht naar aanleiding van het verhaal.

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les
- Aan het eind van deze les weet je wat laagveen en hoogveen is.
- Aan het eind van deze les weet je wat turf is en waarvoor het gebruikt werd.
- Aan het eind van deze les ken je drie soorten turf (steekturf, baggerturf en persturf).

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les
- Aan het eind van deze les weet je wat voor werkzaamheden de veenarbeider deden.

- Aan het eind van deze les ken je de verschillende onderdelen en werktuigen van het turfgraven.


Slide 4 - Slide

Op wat voor een soort grond ligt Klazienaveen?

Op wat voor een soort grond woon jij?

Slide 5 - Slide

Veenbazen beheerden een stuk veengrond van veegrondeigenaren. Ze hadden veenarbeiders in dienst, die uit de veengrond rechthoekige blokken staken; turven. De gedroogde turven werden per schip vervoert door heel Nederland en gebruikt als brandstof om te koken en huizen te verwarmen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Als veen droog is, brandt het goed. Dat ontdekten mensen lang geleden. Ze gebruikten veen, omdat ze weinig hout hadden. Stukken gedroogd veen noemen we turf. Turf als brandstof was erg belangrijk, daarom werd het ook wel "bruin goud" genoemd. Hiermee werden huizen verwarmd en de turf wer gebruikt om te koken.

Slide 10 - Slide

Hierna wordt een verhaal verteld aan de hand van oude foto's. 
Het verhaal gaat over het werk van 
de veenarbeider.
Luister, lees en kijk goed!

Na het verhaal gaan jullie een opdracht maken, dat over het verhaal gaat.

Slide 11 - Slide

Het turfgraven werd gedaan tussen maart en juni. Het proces waarbij turven uit veengrond gestoken werden, noemt men ook wel vervenen. 

Slide 12 - Slide

Men begon bij het vervenen altijd eerst met het graven van een kanaal. Doordat het overtollige water via de kanalen afgevoerd kon worden werd de veengrond veel droger.

Slide 13 - Slide

Eerst moest de bovenste laag van de veengrond afgegraven worden. Deze laag werd de bonklaag genoemd. Die bonklaag werd afgegraven en bewaard. Dit noemt men bonken. Dit bonken gebeurde vooral in de wintermaanden.

Slide 14 - Slide

Met een schep met een breed vlak; de stikker, werd de veengrond op lengte en dikte gestoken. Het blok turf dat hierdoor ontstond, werd met een houten oplegger (of opschot genoemd) uit de veengrond geschept. 

Slide 15 - Slide

Daarna werden de turven met de oplegger op een kruiwagen, de slagkrooie, geslingerd. 
De krooier bracht de kruiwagen met turven van de veenput naar het zetveld.

Slide 16 - Slide

Op het zetveld moesten de vrouwen en kinderen de turf zo opstapelen, dat ze goed konden drogen.

Slide 17 - Slide

Als de turf voldoende gedroogd was, brachten de vullers de turven naar het schip die het verder vervoerde. De vullers liepen weer terug naar de turfbult om de kruiwagen te vullen.

Slide 18 - Slide

Op het turfschip waren vier mensen die de turf opstapelden. Dit moest heel precies gebeuren, omdat er onder het varen niets af mocht vallen.

Slide 19 - Slide

Een andere soort turf was baggerturf. Deze man draagt "trippen". Klompen met een plankje eronder. Op deze manier zakt hij niet in de veengrond. 

Slide 20 - Slide

Na de Eerste Wereldoorlog (na 1918) werden voor het maken van turf machines gebruikt. Deze turf heette persturf. De werking van zo'n persturfmachine is te vergelijken met een gehaktmolen.

Slide 21 - Slide

Je maakt deze opdracht zonder je Chromebook te gebruiken. 

Op het werkblad 1a zie je foto's staan over het verveningsproces. Knip de zinnen uit en plak de goede zinnen bij de juiste foto. De zinnen staan door elkaar.

Slide 22 - Slide

Klaar met het plakken van de zinnen bij de juiste foto's?

Op het volgende werkblad zie je een aantal tekeningen staan. Zet bij de plaatjes het juiste woord. Er blijven een paar woorden over.

Slide 23 - Slide

We gaan nu samen de opdrachten nakijken.

Slide 24 - Slide

Doelen van deze les
- Aan het eind van deze les weet je wat laagveen en hoogveen is.
- Aan het eind van deze les weet je wat turf is en waarvoor het gebruikt werd.
- Aan het eind van deze les ken je drie soorten turf (steekturf, baggerturf en persturf).

Slide 25 - Slide

Doelen van deze les
- Aan het eind van deze les weet je wat voor werkzaamheden de veenarbeider deden.

- Aan het eind van deze les ken je de verschillende onderdelen en werktuigen van het turfgraven.


Slide 26 - Slide

Heb je de doelen behaald?

Slide 27 - Slide