4.4: De opkomst van de islam

4.4: De opkomst van de islam
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.4: De opkomst van de islam

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Herhaling § 4.3
  • Uitleg § 4.4: De opkomst van de Islam (deel 1)
  • § 4.4 lezen en vraag 1 t/m 3 maken

Slide 2 - Slide

Herhaling:
  • Hofstelsel



  • standenmaatschappij
    (groep met een vaste sociale
    positie)
geestelijken - bidden
edelen - strijden
boeren - werken

Slide 3 - Slide

4.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 4 - Slide

Doel:
Ik kan vertellen over de opkomst van de Islam:
  • hoe de islam ontstond.
  • hoe het Arabische rijk ontstond.

Kenmerkend aspect: het ontstaan en de verspreiding van de Islam.

Slide 5 - Slide

Ontstaan van de islam
  • Mohammed
  • Arabische handelaar in Mekka
  • In 610 kreeg hij de boodschap van 
    een engel om de woorden van
    Allah (Arabisch voor God) door te geven
  • Eén God, goed zorgen voor anderen.
  • Profeet (= boodschapper)
  • Ontstaan van de Islam , aanhangers: moslims
  • Na zijn dood, werden de goddelijke boodschappen
    opgeschreven in de Koran.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Op de vlucht
  • Inwoners van Mekka geloofden in meerdere goden.
  • Zij werken Mohammed tegen waardoor hij moest vluchten.
  • Met deze verhuizing van Mekka naar Medina begint de islamitische jaartelling in 622.

Slide 8 - Slide

Ontstaan van de Islam
  • In Medina stichtte Mohammed de
    Islamitische staat.
  • Hij was de politiek en geestelijke leider
  • Islamitisch geloof in Arabië verspreidde zich
  • In 630 gaf Mekka zich over 
  • Mohammed verwoestte daar alle
    godenbeelden --> nu voor moslims heiligste plek
  • Rondom de eerdere godenbeelden, werd later
    een Moskee gebouwd.

Slide 9 - Slide

2

Slide 10 - Video

Veroveringen
Na dood Mohammed kwam de macht over de Islamitische staat in de handen van Kaliefen (opvolgers).

Zij wilden het kalifaat (Islamitische rijk) uitbreiden door veroveringen.

Slide 11 - Slide

Veroveringen
De veroveringsoorlog werd jihad genoemd, een heilige strijd -- maakte strijders extra fanatiek.

Tijd van Mohammed - Jihad betekende innerlijke strijd om goed moslim te zijn (en de strijd om islam te verdedigen).

Slide 12 - Slide

Veroveringen
Later ook: plicht voor moslims om hun geloof te verspreiden, zo nodig met geweld.

Kalifaat breidde snel uit. In 750 strekte zich uit van Portugal tot India. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet

Slide 16 - Quiz

Waar vlucht Mohammed heen?
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem

Slide 17 - Quiz

De islamitische jaartelling begint in
A
680
B
0
C
622
D
600

Slide 18 - Quiz

Het gebouw van de islam
A
Een Kerk
B
Een synagoge
C
Een moskee
D
Een tempel

Slide 19 - Quiz

Het heilige boek van de islam is de
A
Bijbel
B
Koran
C
Tenach
D
Thora

Slide 20 - Quiz

De moslims waren verdraagzaam tegenover andere godsdiensten. Dit betekent dat
A
De andere godsdiensten moesten verdwijnen
B
De mensen met andere godsdiensten moslim moesten worden
C
De andere godsdiensten mochten blijven bestaan
D
De andere godsdiensten overgenomen werden door de moslims

Slide 21 - Quiz

De islam kwam in het voorjaar van 711 in Europa aan land. In Europees land was dat?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Spanje
D
Portugal

Slide 22 - Quiz

Wat is de overeenkomst in de Islam, Jodendom en Christendom?
A
Er wordt een God vereerd maar die heet in elke godsdienst anders
B
De mensen hebben dezelfde kleding aan
C
de mensen leven volgens dezelfde godsdienstregels

Slide 23 - Quiz

Zelf aan de slag!

Lezen + maken § 4.4 opdr. 1 t/m 3


timer
5:00

Slide 24 - Slide

00:45
Welke godsdienst was in Europa het grootst rond het jaar 800?
A
Romeinse godsdienst
B
Islam
C
Jodendom
D
Christendom

Slide 25 - Quiz

01:01
In welk Europees land werd de Islam ook een belangrijke godsdienst in de Vroege Middeleeuwen?

Slide 26 - Open question