1.4 Kom je uit met je geld?

1.4 Kom je uit met je geld?
Soorten inkomen
Begroting
Week > Maand / Maand > Week
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4 Kom je uit met je geld?
Soorten inkomen
Begroting
Week > Maand / Maand > Week

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Weet ik welke soorten inkomen er bestaan;
2) Weet ik wat een begroting is en hoe ik deze maak;
3) Kan ik maanden en weken omrekenen;
4) Weet ik welke drie groepen uitgaven er zijn;
5) Kan ik berekenen hoeveel geld ik moet reserveren;


Slide 2 - Slide

Soorten inkomens
  • Loon/Salaris (Arbeid);
  • Winst (Bezit);
  • Uitkering (Overdracht)
  • Zakgeld/Kleedgeld (Overdracht). 

Slide 3 - Slide

Opdrachten maken
Maak opdracht 44 en 46

Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Samenwerken in tweetallen, overleg op fluistertoon
Klaar: Lezen en maken bladzijde 21
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Weet ik welke soorten inkomen er bestaan;
2) Weet ik wat een begroting is en hoe ik deze maak;
3) Kan ik maanden en weken omrekenen;
4) Weet ik welke drie groepen uitgaven er zijn;
5) Kan ik berekenen hoeveel geld ik moet reserveren;



Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij het woord 'Begroting'?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Opdrachten maken
Maak opdracht 47 en 48

Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Samenwerken in tweetallen, overleg op fluistertoon
Klaar: Lezen en maken bladzijde 21
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Weet ik welke soorten inkomen er bestaan;
2) Weet ik wat een begroting is en hoe ik deze maak;
3) Kan ik maanden en weken omrekenen;
4) Weet ik welke drie groepen uitgaven er zijn;
5) Kan ik berekenen hoeveel geld ik moet reserveren;



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Opdrachten maken
Maak opdracht 49, 50, 52

Tijd: 10 minuten
Werkvorm: Samenwerken in tweetallen, overleg op fluistertoon
Klaar: Lezen en maken opdracht 12 t/m 15 (blz. 35)
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Weet ik welke soorten inkomen er bestaan;
2) Weet ik wat een begroting is en hoe ik deze maak;
3) Kan ik maanden en weken omrekenen;
4) Weet ik welke drie groepen uitgaven er zijn;
5) Kan ik berekenen hoeveel geld ik moet reserveren;



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Soorten uitgaven
  • Vaste lasten (huur, abonnement)
  • Huishoudelijke uitgaven (boodschappen, cadeaus)
  • Incidentele uitgaven (wasmachine, telefoon)

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken
Maak opdracht 53 en 54

Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Samenwerken in tweetallen, overleg op fluistertoon
Klaar: Lezen en maken blz. 23
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Weet ik welke soorten inkomen er bestaan;
2) Weet ik wat een begroting is en hoe ik deze maak;
3) Kan ik maanden en weken omrekenen;
4) Weet ik welke drie groepen uitgaven er zijn;
5) Kan ik berekenen hoeveel geld ik moet reserveren;



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

reserveren
Benodigd bedrag : aantal maanden = reservering per maand

Slide 19 - Slide

Voorbeeld
Benodigd bedrag : aantal maanden = reservering per maand

  • Voor de zomer wil je een hoverboard kopen van € 300. Je hebt al € 60 gespaard. Je kunt nog 8 maanden sparen. Bereken hoeveel je moet reserveren?
  • € 300 - € 60 = € 240 --> € 240 : 8 = € 30

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken
Maak opdracht 55

Tijd: 3 minuten
Werkvorm: Samenwerken in tweetallen, overleg op fluistertoon
Klaar: Lezen en maken bladzijde 29
timer
3:00

Slide 21 - Slide

Aan het einde van deze paragraaf
1) Weet ik welke soorten inkomen er bestaan;
2) Weet ik wat een begroting is en hoe ik deze maak;
3) Kan ik maanden en weken omrekenen;
4) Weet ik welke drie groepen uitgaven er zijn;
5) Kan ik berekenen hoeveel geld ik moet reserveren;



Slide 22 - Slide