1.4 Nederland als parlementaire democratie

H1: Paragraaf 4
Nederland als parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

H1: Paragraaf 4
Nederland als parlementaire democratie
H1 Staatsinrichting van Nederland

Slide 1 - Slide

Herhaling 
Uitleg §1.4
Nakijken (paragraaf 3)
Huiswerk 

Lesdoelen: Je kunt beschrijven hoe na verkiezingen in Nederland een regering wordt gevormd.

Je kunt uitleggen welke rechten en taken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben.


Deze les 

Slide 2 - Slide

Sociale Kwestie
Schoolstrijd
Caoutchouc-artikel
Pacificatie van 1917
Eerste feministische golf

Herhaling

Slide 3 - Slide

Invloed uitoefenen op bestuur:
  • Directe verkiezingen
    - Gemeenteraad
    - Provinciale Staten
    - Tweede Kamer
  • Indirecte verkiezingen
    - Eerste Kamer
  • Referendum
    - stemmen over een wet of maatregel
    - uitslag is een advies voor de minister
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 4 - Slide

  • Regering:

De ministers en de koning 

De ministers zijn het dagelijks bestuur: zij moeten problemen oplossen die tijdens hun bestuur ontstaan.
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 5 - Slide

De Tweede Kamer:
  • 150 zetels. De verkiezingen bepalen hoeveel zetels (stoelen) een partij krijgt
  • Om beslissingen te nemen moet er een meerderheid voor een wetsvoorstel stemmen (de helft + 1)
  • Daarom moeten partijen samenwerken: de coalitiepartijen
  • Zij leveren ministers voor de regering.
  • De partijen die niet in de regering zitten zijn oppositiepartijen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
A
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 6 - Slide

De rechten van de ministers (regering) en de Eerste en Tweede Kamer 

Rood = wetgevende bevoegdheden

Blauw = controlerende bevoegdheden (= ze controleren de regering)

Paars = zowel een controlerende als een wetgevende bevoegdheid



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 7 - Slide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Alleen de
Tweede Kamer
Eerste - en
Tweede Kamer 

Slide 8 - Slide

Rechten van ministers

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid

Slide 9 - Slide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur

Slide 10 - Slide

Rechten van het parlement:

  • Het recht van initiatief: wetsvoorstellen indienen
  • Het recht van amendement: wetsvoorstellen wijzigen
     
  • Het recht van budget: Het recht om de begroting te controleren en deze als wet goed- of af te keuren
     
  • Het recht van interpellatie: Het recht een minister te ondervragen over een besluit of uitspraak
  • Het recht van enquête: Het recht om een zaak tot op de bodem uit te zoeken (een onderzoek instellen)

Samenvatting 
§1.4
Nederland als parlementaire democratie
B
DeBoze burgers
Het vormen van een bestuur
Wetgevende bevoegdheid
Wetgevende en controlerende
bevoegdheid
Controlerende bevoegdheid

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hoe komt een wet tot stand?
  1. Een minister of Tweede Kamerlid komt met een wetsvoorstel (recht van initiatief) ->
  2. De Tweede Kamer stemt over het voorstel en/of kan veranderingen aanbrengen (recht van amendement) ->
  3. De Eerste Kamer stemt over het voorstel ->
  4. De minister en het Staatshoofd ondertekenen het voorstel ->
  5. Na publicatie in het Staatsblad is het een wet.

Aantekeningen voor het examen

Slide 15 - Slide

Wat is het Parlement?
A
De Eerste- en Tweede kamer samen
B
Het kabinet
C
De overheid
D
Alle ambtenaren in Nederland

Slide 16 - Quiz

Het parlement heeft:
A
Alleen uitvoerende macht
B
Alleen rechterlijke macht
C
Alleen wetgevende macht
D
Wetgevende en Uitvoerende macht

Slide 17 - Quiz

De regering bestaat uit...
A
Het parlement
B
De koning en de ministers
C
Een monarchie
D
De Eerste Kamer en de Tweede Kamer

Slide 18 - Quiz

De regering is de
A
Coalitie
B
Oppositie

Slide 19 - Quiz

Afsluiting
Maken: 1 t/m 7 (paragraaf 4)

Slide 20 - Slide

§1.4 Nederland als parlementaire democratie
C: Rechten in de democratie 

Slide 21 - Slide

Herhaling 
Uitleg §1.4
Nakijken 
Huiswerk 

Lesdoel: Je kunt drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.


Deze les 

Slide 22 - Slide

Tweede Kamer
Eerste Kamer
Recht van amendement
Recht van initiatief
recht van interpellatie
recht van enquête
Budgetrecht

Slide 23 - Drag question

Hieronder staan drie gebeurtenissen die te maken hebben met rechten van de Tweede Kamer:
Geef per gebeurtenis aan om welk recht van de Tweede Kamer het gaat. 
Let op! Er blijft één recht van de Tweede Kamer over.
Vier rechten van de Tweede Kamer:
In 1887 deed de Tweede Kamer een onderzoek naar de werking van
de wet op de kinderarbeid van 1874.
In 1903 werd door enkele leden van de Tweede Kamer een
wetsvoorstel ingediend voor de invoering van het algemeen kiesrecht
In 1919 werd de begroting van het ministerie van Marine door de
Tweede Kamer afgekeurd.
het recht van interpellatie
het recht van initiatief
het recht van enquête
het budgetrecht

Slide 24 - Drag question

Lesdoel
Je kunt drie manieren noemen waarop de Nederlandse burger wordt beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid:
-Scheiding der machten
-Klassieke en sociale grondrechten
-Nederland is een rechtsstaat

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Klassieke grondrechten 
 grondwet van 1848.
-> Burgers beschermd tegen de macht van de overheid
 
Vrijheid van... 
  • godsdienst
  • onderwijs
  • meningsuiting
  • drukpers: je mag je mening laten horen via internet, kranten of andere media
  • vereniging en vergadering (bijv. eigen partij oprichten)

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 27 - Slide

De sociale grondrechten.
In 1983 aan grondwet toegevoegd.  Beschermen burgers tegen slechte leefomstandigheden:

Recht op...
  • bestaanszekerheid
  • onderwijs
  • woongelegenheid
  • werk
  • medische zorg
  • bewoonbaarheid van het land
  • rechtsbijstand

§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 28 - Slide

Rechtsstaat
Nederland is een rechtstaat omdat iedereen zich aan de wet moet houden, burgers én overheid. 

In een rechtsstaat is het belangrijk dat er onafhankelijke rechtspraak is. De rechters hebben geen bestuurders als hun baas. 

Slide 29 - Slide

  • Bij klachten over de overheid: nationale ombudsman.
  • aangesteld door parlement voor 6 jaar. 
  • Taak: burgers beschermen tegen fouten overheid.
  • Brengt advies uit (kan geen straffen uitdelen/ de overheid dwingen iets te doen)



§1.4
Nederland als parlementaire democratie
C
DeBoze burgers
Rechten in de democratie

Slide 30 - Slide

De Tweede Kamer krijgt meer macht dankzij het recht van enquête.
Nederlanders die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien,
hebben recht op een uitkering van de overheid
Hieronder staan drie omschrijvingen van wijzigingen in de grondwet
▻Geef per omschrijving aan welk jaar daarbij hoort. 
Let op! Elk jaar mag maar één keer gebruikt worden. Er blijven twee jaren over.
Als het bijzonder onderwijs voldoet aan de eisen van de wet, dan
wordt het net als het openbaar onderwijs betaald door de overheid.
Jaartal
Jaartal
Jaartal
1848
1887
1917
1919
1983

Slide 31 - Drag question

examenvraag 1
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 32 - Slide

antwoord 1 
Stap 1: Zelfstandig in stilte oplossen
(2 minuten)

Stap 2: In duo's bespreken en tot een conclusie komen
(3 minuten)

Stap 3: Klassikaal bespreken

Slide 33 - Slide

Aan de slag!
Maken Memo
  • §1.4
Klaar? Oefenen!
  • eindexamensite.nl
  • Test Jezelf (memo)

Slide 34 - Slide