2022 H1.2 Waarom koop je dat?

Paragraaf 1.2 
Wat heb je nodig?
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 1.2 
Wat heb je nodig?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Terugblik par. 1.1
  • Uitleg Paragraaf 1.2
  • Aan de slag...

Slide 2 - Slide

Terugblik paragraaf 1.1

Slide 3 - Slide

Goederen
Diensten

Slide 4 - Drag question

Welke bewering is juist?
A
Zelfvoorziening betekent dat je zelf de goederen koopt die je nodig hebt.
B
Zelfvoorziening is een vorm van consumptie.
C
Bij zelfvoorziening maak je goederen waarmee je in je behoeften voorziet.
D
Het kopen van diensten is een vorm van zelfvoorziening.

Slide 5 - Quiz

De juiste manier om 112569.36 euro te noteren is:
A
112.569,36
B
112.569,36 euro
C
112569.36
D
112569,36 euro

Slide 6 - Quiz

De prijzen van deze zakken zijn:
€ 2,79 , € 2,75 en 2 x € 1,59
Wat is de gemiddelde prijs van een zak?

A
2,90
B
2,18
C
2,38
D
2,37

Slide 7 - Quiz

Ik koop voor mijzelf een cola voor 2,00 en voor 2 vrienden een sinas van 2,25 en een milkshake van 3,25 bij de Mac. Bereken de gemiddelde prijs van een consumptie.
NB je mag een rekenmachine gebruiken.
A
€ 2,5
B
€ 2,50
C
€ 2,30
D
€ 2.50

Slide 8 - Quiz

De inhoud van de zakken is:
2 x 21, 18 en 16 stuks
Bereken het gemiddelde aantal per zak.
A
19
B
18
C
13,75
D
13

Slide 9 - Quiz

Waar is deze reclame op gericht?
A
Op mensen die houden van makkelijk en snel koken
B
Op mensen met een klein budget
C
Op mensen die houden van goed kwaliteit eten
D
Op mensen die graag eten bestellen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

§1.2 Waarom koop je dat?
Wat weet je na deze les?
-Waarom mensen verschillende behoeften hebben.
-Het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding.
-Waarom er reclame gemaakt wordt.
-Je kunt met een percentage een getal uitrekenen. 

Slide 12 - Slide

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
Budget
C
Leeftijd
D
Geslacht

Slide 13 - Quiz

Budget:
Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft. Hiervan moet je een bepaald soort uitgaven doen

Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen een budget te blijven.

Slide 14 - Slide


Sociale beïnvloeding
(mensen beïnvloeden elkaar)
Commerciële beïnvloeding
(bedrijven beïnvloeden mensen)

Slide 15 - Slide

Sociale beïnvloeding
J
Je wordt beïnvloed door andere mensen.

VB: Ik heb nieuwe Nike's die zou jij ook moeten kopen lopen super goed!

Slide 16 - Slide

Wat weet je al van reclame?

Slide 17 - Mind map

Commerciële beïnvloeding
Invloed van producenten en verkopers op jouw keuzes. 
Bijv. door: 
- Verkoopgesprekken 
- Reclame-uitingen 
- Kortingen 
- Sociale media

Slide 18 - Slide

Reclame
Reclame

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link

Met procenten een getal berekenen via manier boek
Te berekenen aantal of bedrag = percentage ÷ 100 × totaal
Vb. Een telefoonabonnement kost € 49,95 per maand. Je krijgt nu 15% korting. Bereken de korting.
Stap 1: De som is: 15% van €  49,95  = …
Stap 2: maak van het percentage een decimaal getal > deel door 100: berekening 15% = 15 ÷ 100 = 0,15 
Stap 3: vermenigvuldig het decimale getal met het totaal 
0,15 × € 49,95 = € 7,49

Slide 22 - Slide

Procenten berekenen via verhoudingstabel
Een telefoonabonnement kost € 49,95 per maand. Je krijgt nu 15% korting. Bereken de korting.



Slide 23 - Slide

10 zakken Twix kosten normaal € 25,--.
Je krijgt 15% korting. Hoeveel is de korting en hoeveel is de nieuwe prijs van 10 zakken twix?
A
€ 37,50
B
korting: € 3,75 nieuwe prijs: € 21, 25
C
€ 28,75
D
€ 4,00

Slide 24 - Quiz

10 zakken Twix kosten normaal € 25,--.
Je krijgt 15% korting. Hoeveel is de korting en hoeveel is de nieuwe prijs van 10 zakken twix?
A
Korting: € 37,50 nieuwe prijs: € 12,50
B
korting: € 3,75 nieuwe prijs: € 21, 25
C
Korting: € 28,75 nieuwe prijs: € 53,75
D
Korting: € 4,00 nieuwe prijs: € 21,00

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Antwoord
Te berekenen = (percentage  : 100 ) x totaal (aantal of bedrag)
10 zakken Twix kosten normaal € 25,--. 
Je krijgt 15% korting. Hoeveel is dat?

15% x 25   =   (15 : 100) x 25   =   0,15 x 25   =    € 3,75 (korting)
Nieuw bedrag: € 25,00 - 3,75 = 21, 25

Slide 27 - Slide

Even oefenen....

Slide 28 - Slide

Commercieel betekent dat bedrijven er geld aan willen verdienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video

Dit is een voorbeeld van
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 31 - Quiz

Henk heeft net nieuwe Fortnite moves gekocht. Hij is zo enthousiast dat hij tegen jou zegt die moet je ook kopen.
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 32 - Quiz

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
Budget
C
Leeftijd
D
Geslacht

Slide 33 - Quiz

Een spel kost 27,50 euro, je krijgt 15% korting. Hoeveel euro korting krijg je?

Slide 34 - Open question

Enzo Knol heeft in zijn video schoenen aan die jij ook wel zou willen hebben. Dit is een voorbeeld van
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 35 - Quiz

Aan de slag...
Maken par. 1.2
Afmaken par. 1.1 
(op basis van leerdoelen/ studiewijzer)

Slide 36 - Slide

Wat bepaalt je koopgedrag?
  • leeftijd
  • inkomen
  • mensen in je omgeving (sociale beïnvloeding)
  • bedrijven (commerciële beïnvloeding)

Slide 37 - Slide