Lesson 4: U1D4

Lesson 4
 Vocabulary CPR + video
Practise vocabulary
Answers U1D3
Watch U1D4 + work on exercises
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesson 4
 Vocabulary CPR + video
Practise vocabulary
Answers U1D3
Watch U1D4 + work on exercises

Slide 1 - Slide

Vorige keer over first aid gehad
Zo kort filmpje over reanimeren in het Engels. 
Twee vragen:
Welke verschillen zijn er met 'normaal' en in covid tijd?
Wat is CPR?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Welke verschillen zijn er tussen 'normaal' en in covid tijd?

Slide 4 - Open question

Wat is CPR?

Slide 5 - Poll

Bag
Pencil
during
busy
break
Sleep de Nederlandse vertaling naar de Engelse woordjes
druk
potlood
rugtas
pauze
tijdens

Slide 6 - Drag question

Vocabulary A: sleep de Nederlandse woordjes 
naar de juiste Engelse vertaling.
animal
beautiful
forest
protect
tree
afraid
snake
story
hunt
bat
deer
dangerous
gevaarlijk
slang
vleermuis
verhaal
boom
dier
bos
hert
beschermen
bang
mooi
jagen

Slide 7 - Drag question

Vocabulary: sleep de Nederlandse woordjes 
naar de juiste Engelse vertaling.
line up
pie
groceries
bill
distracted
pork
gravy
cash

fries
vegetable
icing

velvet
jus
boodschappen
glazuur
fluweel
contant geld
rekening
frietjes
varkensvlees
taart
groente
een rij vormen
afgeleid

Slide 8 - Drag question

Vocabulary: sleep de Nederlandse woordjes 
naar de juiste Engelse vertaling.
trick
horrible
area
clever
buy
teach
collar
cage

already
fur
wing

difference
halsband
gebied
vleugel
verschil
kooi
slim
al
leren
afschuwelijk
vacht
kunstje
kopen

Slide 9 - Drag question

How do you end an informal email in English?
A
Greetings,
B
Bye,
C
Love,
D
Take care,

Slide 10 - Quiz

What does this ("take care") mean for you?

Slide 11 - Open question

Caregivers
Antwoorden U1D3
U1D4

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

12

Slide 17 - Video

00:39
Heart attack =
A
Snoepjes
B
harde aanval
C
hartaanval
D
aorta die geknapt is

Slide 18 - Quiz

01:08
Cardiac arrest
A
Hartaanval
B
Hartstilstand
C
Blinde darm ontsteking
D
Bloeding in je hoofd

Slide 19 - Quiz

01:19
Medical assistance =
A
Medische assistentie
B
First aid/EHBO
C
Iemand die medisch is opgeleid erbij
D
Assistente om te bellen

Slide 20 - Quiz

01:30
The 4 P's
Listen carefully

Slide 21 - Slide

01:50
Welke P klopt?
A
pain in the head
B
perfection
C
pain in the chest
D
pale skin

Slide 22 - Quiz

02:28
Wat zei hij net?
A
Voor de zekerheid bij de zelfde symptomen het behandelen als hartaanval
B
Altijd wachten op een dokter

Slide 23 - Quiz

02:50
"It is so important to give the medical services enough time to respond." Waarom?
A
Dan kan de persoon bijkomen tijdens het bellen.
B
Hoe eerder medische hulp, hoe beter.
C
Ze hebben het druk, dus je moet lang wachten aan de lijn.

Slide 24 - Quiz

03:09
"Ideally this will be on the floor with their back and knees supported." Welke positie zet je de patiënt?
A
Staande
B
Zittende
C
Stabiele zijligging

Slide 25 - Quiz

03:23
"checking their levels of response, breathing and pulse." Wat is pulse?
A
seintje
B
impulsie
C
polsslag

Slide 26 - Quiz

03:29
"If they do go unconscious remember your primary survey protocol."
A
Als ze onder water gaan moet je denken aan de eerste man.
B
Als ze bewusteloos raken, denk aan de eerste stappen (EHBO).
C
Als ze onderwater raken, denk dan aan het eerste onderzoek.

Slide 27 - Quiz

03:40
The four P's (heart attack)

Slide 28 - Mind map

03:56
perspiration =
A
Benauwd
B
Transpiratie
C
Zweten
D
Zweven

Slide 29 - Quiz

clot (werkwoord) =
A
klitten
B
sluiten
C
stollen
D
dicht slibben

Slide 30 - Quiz

Good luck with Dialoque 4

Slide 31 - Slide