H7 Vraag 3: Hoe veranderden de veroveringen de Romeinse samenleving?

Vraag 3
HOE VERANDERDE HET ROMEINSE BESTUUR DOOR DE VEROVERINGEN?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecundair onderwijs

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vraag 3
HOE VERANDERDE HET ROMEINSE BESTUUR DOOR DE VEROVERINGEN?

Slide 1 - Slide

Opdracht 12 p.128-129

Slide 2 - Slide

Slachtoffers van de Romeinse veroveringen
  • Burgerslachtoffers in de veroverde gebieden
  • Krijgsgevangen uit de veroverde gebieden werden naar Rome gevoerd als slaaf




Slide 3 - Slide

Slachtoffers van de Romeinse veroveringen
Kleine boeren 
  • vechten mee in de oorlog 
  • Geen opbrengsten en vaak landgoed geplunderd.
  • Niet in staat om belastingen te betalen.
  • Moeten dure leningen aangaan en van miserie hun landgoed verkopen.

Slide 4 - Slide

Wie profiteert er van de veroveringen?
PATRICIËRS (GROOTGRONDBEZITTERS)
  • Kopen goedkoop de landbouwgrond van de kleine boeren over en worden dus nog rijker en machtiger.

Slide 5 - Slide

Wie profiteert er van de veroveringen?
KLEINE GROEP PLEBEJERS:
  • Handelaars: zij kunnen de goedkope producten uit de veroverde gebieden verkopen en winst maken.
  • Bankiers: verstrekken leningen tegen woekerintresten.
  • Ondernemers

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De bevolking in Rome stijgt enorm tussen 350 v.C en 1
Welke twee groepen mensen zorgen voor deze groei?

  • slaven
  • kleine boeren zonder bezittingen

Slide 8 - Slide

Verschil arm-rijk in Rome
  • In Rome is er een erg kleine groep van hele rijke mensen.
  • De grote meerderheid van de Romeinse inwoners zijn arme plebejers en slaven.
  • De arme plebejers hebben wél een stem in de Volksvergadering.

Slide 9 - Slide

Akkerwet Tiberius Gracchus
  • Volkstribuun met vetorecht
  • Wetsvoorstel: akkerwet
  • Elke boer recht op 7,5 ha grond
  • Grootgrondbezit beperkt tot 250 ha: overtollige grond moest tegen een vergoeding afgestaan worden.
Opdracht 13 p.129-131

Slide 10 - Slide

Wordt de akkerwet goedgekeurd?
  • Wetten worden gestemd in de Volksvergadering
  • Alle Romeinse burgers zetelen in de Volksvergadering
  • De plebejers zijn ruim in de meerderheid en hebben ook een stem

  • BESLUIT: HET VOORSTEL WORDT WET

Slide 11 - Slide

Wordt de akkerwet uitgevoerd?
  • De rijke patriciërs worden benadeeld door de akkerwet: zij moeten grond afgeven

  • De Senaat (hoofdzakelijk patriciërs!) gaat dus niet akkoord.

  • Zij proberen de wet tegen te houden: politiek geweld!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Gevolgen: 
Ontstaan 2 politieke partijen
  • OPTIMATES (senaatspartij)
  • POPULARES (partij van de Volksvergadering)


BURGEROORLOG (86 v.C. - 82 v.C.)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Gaius Marius was een patriciër
A
juist
B
fout

Slide 16 - Quiz

De Romeinse politiek was ca. 100 v.C. nog altijd het monopolie van de patriciërs.
A
Juist, enkel patriciërs konden magistraat worden.
B
Fout, patriciërs en plebejers hadden gelijke kansen
C
Fout, plebejers konden ook consul worden, maar moesten wel harder werken om iets te bereiken

Slide 17 - Quiz

Gaius Marius hield geen rekening met de regels van de Republiek om machtsmisbruik te voorkomen. Leg dit in eigen woorden uit.

Slide 18 - Open question

Hoe kwam het dat voor de hervorming van Marius enkel rijken mee konden vechten in het leger?

Slide 19 - Open question

Een beroepsleger kon langer worden ingezet dan een burgerleger
A
Juist
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Voor de hervorming van Marius vocht een soldaat voor de eer van de Republiek. Hoe veranderde dit met een beroepsleger?

Slide 21 - Open question

België heeft een beroepsleger.
A
Juist
B
Fout

Slide 22 - Quiz

BURGEROORLOG
  • Oorlog: tussen Romeinen en niet-Romeinen
  • Burgeroorlog: Romeinen tegen Romeinen
  • Tijd van angst en terreur in de Republiek!
  • Beroepsleger volgde trouw hun generaal, ook tegen Rome!

Slide 23 - Slide

BESLUIT

Slide 24 - Slide

Opdracht 14: 
Julius Caesar
  • Geel markeren wat bijdroeg aan Caesar's populariteit
  • Rood markeren hoe Caesar de regels van de Republiek overtrad.
  • Onderstreep politiek geweld

Slide 25 - Slide

Waarom werd Caesar vermoord?
Caesar heeft als dictator alle macht: de macht is in handen van één persoon.
Caesar overtreed de regels van de Republiek en gebruikt politiek geweld.
De patriciërs in de Senaat hebben geen macht en hebben heimwee naar de republiek.

Slide 26 - Slide

Opdracht 16 Verklaar waarom er na de moord op Caesar een einde kwam aan de Republiek
Augustus trok alle macht naar zich toe.
Markeer hoe hij dat deed:
  • geel - wetgevende macht
  • blauw - uitvoerende macht
  • rood - rechterlijke macht
Markeer groen hoe hij burgeroorlog probeert te voorkomen.

Slide 27 - Slide

Opdracht 16 Verklaar waarom er na de moord op Caesar een einde kwam aan de Republiek
  • Wetgevend: hij stelt zelf wetten op die door de Volksvergadering goedgekeurd moeten worden.
  • Uitvoerend: hij wordt vaak consul en benoemt magistraten en vertrouwelingen.
  • Rechterlijk: hij is zelf opperrechter

Hij verenigt alle macht in 1 persoon!

Slide 28 - Slide

Octavianus / Augustus 
wordt vanaf 27 v.C. de eerste keizer van Rome

  • Augustus was een alleenheerser die regeerde als een koning.
  • De Romeinen hielden niet van het woord koning, dus noemen ze hem keizer: afgeleid van Caesar
  • Rome is vanaf 27 v.C. een keizerrijk (autocratie).

Slide 29 - Slide

BESLUIT p.144

Slide 30 - Slide

Huistaak 
H7V3: Bookwidget op google classroom

Slide 31 - Slide