burgerschap politiek les 6

burgerschap politiek les 6
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

burgerschap politiek les 6

Slide 1 - Slide

vorige les
de rechtsstaat
grondwet
grondrechten

Slide 2 - Slide

Wat is een rechtsstaat?
A
burgers moeten zich aan de wet houden
B
overheid moet zich aan de wet houden
C
burgers en overheid moeten zich aan de wet houden
D
burgers hebben rechten en plichten

Slide 3 - Quiz

wat zijn grondrechten?
A
rechten van de overheid
B
rechten van burgers tegenover elkaar en tegenover de staat
C
plichten van de staat

Slide 4 - Quiz

wie zijn de wetgevende macht in de rechtsstaat?
A
de regering
B
de eerste en tweede kamer
C
de rechters
D
de koning

Slide 5 - Quiz

vandaag
rechten, plichten en gevolgen

Slide 6 - Slide

leerdoel
-je weet wat een overtreding en een misdrijf is
-je weet hoe de Nederlandse rechtspraak werkt
-je kent je rechten en plichten in Nederland

Slide 7 - Slide

rechten en plichten nakomen
Niet iedereen houdt zich aan zijn/haar plichten of maakt gebruik van zijn/haar rechten.

Slide 8 - Slide

wanneer maak je geen gebruik van je rechten?

Slide 9 - Open question

Noem een voorbeeld waarbij je je niet aan je plichten houdt.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Aan welke plicht heeft de fietser zich gehouden?

Aan welke plicht heeft de fietser zich niet gehouden?

Slide 12 - Slide

overtredingen en misdrijven
overtredingen en misdrijven zijn strafbare feiten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

hoe werkt de Nederlandse rechtspraak
rechter: bepaalt de straf.
de straf: een boete (maximaal €870.000,-), taakstraf (maximaal 240 uur), celstraf (maximaal levenslang) of een combinatie van straffen.
andere maatregelen: TBS bij psychiatrische stoornissen.
ben je het niet eens met de straf:
hoger beroep: zaak dient bij gerechtshof
ben je het nog niet eens: hoge raad

Slide 15 - Slide

overtreding:
Een licht strafbaar feit. Je kunt een overtreding per ongeluk maken

Slide 16 - Slide

misdrijf:
Een zwaarder strafbaar feit waarvoor je een gevangenisstraf kunt krijgen.
Een misdrijf is opzettelijk

Slide 17 - Slide

rechtszaak
Bij een strafbaar feit  kan een rechtszaak volgen;
De officier van justitie vertelt wat er is gebeurd en de verdachte mag zich (laten) verdedigen.
De rechter beslist over de zaak

Slide 18 - Slide

straf bij minderjarigen
tussen de 12 en 16 jaar: Halt straf

16 of 17 jaar: jeugddetentie = jeugdgevangenis

Slide 19 - Slide

opdracht
Welke overtredingen en welke misdrijven zie je in dit filmpje

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

strafblad
Wanneer je ouder bent dan 12 jaar en een misdrijf hebt gepleegd krijg je altijd een strafblad.
Bij een overtreding krijg je niet altijd een strafblad.
Met een strafblad sta je geregistreerd bij de politie

Slide 22 - Slide

VOG
verklaring omtrent gedrag

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Wanneer heb je een VOG nodig?
voor een nieuwe baan heb je vaak een VOG nodig.
Ze kijken daarmee of er strafbare feiten op je naam staan die een risico vormen voor de functie die je wilt gaan uitoefenen.
Heb je geen strafblad of heb je geen strafbare feiten gepleegd dan krijg je een VOG.

Slide 25 - Slide


Wat is recht:

Alle regels en wetten die in de samenleving gelden, wat mag en wat niet mag.

Wat is rechtspraak:
Als er een conflict is, kan het via de rechter worden opgelost.
misdrijven en overtredingen kunnen worden gestraft.

Slide 26 - Slide

soorten recht:
-civiel recht: conflicten van particulieren en organisaties.
-strafrecht: de rechter beoordeelt of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en dan straf moet krijgen.
-bestuursrecht: conflicten met de overheid.

-kantonrechter: regelt kleine zaken binnen het civiel recht

Slide 27 - Slide

situatie
- je vind het niet goed dat de minimumleeftijd waarop je alcohol mag kopen is verhoogd naar 18 jaar.
-Een medestudent verspreidt geruchten via Facebook dat jij een schoolexamen hebt gestolen.
-Je telefoon is op school gestolen
-Je mag een café niet in, omdat je sneakers aanhebt, hier ben je het niet mee eens.
-Bij je vakantiebaan krijg je een salaris dat onder het minimumloon ligt.
-Je vindt dat je recht hebt op aanvullende studiefinanciering, maar je aanvraag is afgewezen.

oplossing
+Ik zou iemand met gezag om hulp vragen (docent, directeur, baas, ouders).

+Ik zou het uitpraten.

+Ik zou naar de politie gaan.

+Ik zou een advocaat nemen.

+Ik zou gaan protesteren, staken of actievoeren.

+Ik zou bezwaar indienen bij de overheid (gemeente, provincie of rijk).

Slide 28 - Slide

opdracht les 6                   
Maak de opdracht die klaar staat in teams

Slide 29 - Slide