Je weet hoe je moet bepalen welke van de twee je moet gebruiken.
Je weet hoe je de regels van allebei de tijden in een zin moet toepassen.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Tegenwoordige tijd: twee tijden
Present simple of Present continuous?
Je weet hoe je moet bepalen welke van de twee je moet gebruiken.
Je weet hoe je de regels van allebei de tijden in een zin moet toepassen.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
What time ________________ (you / wake up) on weekdays?
Stel jezelf 4 vragen:
Gebeurt 't regelmatig of alleen op dit moment? = regelmatig
Is het pc of ps? = present simple
Is het een +, - of ? zin? = een vragende zin
vragende zin en p.s. -> voeg do of does toe.What time DO YOU WAKE UP on weekdays?
Slide 3 - Slide
1. Ted....(take) a shower right now.
1. feit/gewoonte of gebeurt het alleen nu?
2. Is het PS of PC?
3. Is het een bevestigende, vragende of ontkennende zin?
4. De juiste vorm is?
Slide 4 - Slide
2. My brother ....(have) a daughter.
1. feit/gewoonte of gebeurt het alleen nu?
2. Is het PS of PC?
3. Is het een bevestigende, vragende of ontkennende zin?
4. De juiste vorm is?
Slide 5 - Slide
3. I.....(not / solve) some math problems at the moment.
1. feit/gewoonte of gebeurt het alleen nu?
2. Is het PS of PC?
3. Is het een bevestigende, vragende of ontkennende zin?
4. De juiste vorm is?
Slide 6 - Slide
5. I usually...(not / work) on Sundays, but today I....(work)
1. feit/gewoonte of gebeurt het alleen nu?
2. Is het PS of PC?
3. Is het een bevestigende, vragende of ontkennende zin?
4. De juiste vorm zijn?
Slide 7 - Slide
4. My school.....(begin) at nine every day.
1. feit/gewoonte of gebeurt het alleen nu?
2. Is het PS of PC?
3. Is het een bevestigende, vragende of ontkennende zin?
4. De juiste vorm is?
Slide 8 - Slide
Choose the Present Continuous.
Our teacher ___ the grammar right now.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining
Slide 9 - Quiz
Choose the Present Continuous.
Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing
Slide 10 - Quiz
Choose the Present Continuous.
We ___ to the pub right now.
A
go
B
are going
C
are go
D
going
Slide 11 - Quiz
Choose the Present Continuous.
When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave
Slide 12 - Quiz
De shit-regel hoort bij?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 13 - Quiz
Welke tijd geeft aan dat je nu iets aan het doen bent?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 14 - Quiz
Welke tijd geeft aan dat je iets regelmatig doet of dat iets een feit is?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 15 - Quiz
She is playing the piano.
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 16 - Quiz
Does she play the piano?
A
Present Simple
B
Present Continuous
Slide 17 - Quiz
I ___ a book at the moment.
A
read
B
am reading
Slide 18 - Quiz
Right now, my parents ___ the Christmas shopping!
A
do
B
are doing
Slide 19 - Quiz
I ___ TV every day.
A
watch
B
am watching
Slide 20 - Quiz
My little brother never ___ his room.
A
cleans
B
is cleaning
Slide 21 - Quiz
I ___ for the bus now. I ___ it every Friday.
A
wait / take
B
am waiting / am taking
C
am waiting / take
D
wait / am taking
Slide 22 - Quiz
I ............. (often / drink) Coke.
A
am often drinking
B
often drink
Slide 23 - Quiz
Now they .............. (jog).
A
jog
B
are jogging
Slide 24 - Quiz
They ........... (always / play) football when they get home after school.
A
are always playing
B
always play
Slide 25 - Quiz
I ............. (drink) mineral water at the moment, because I have to drive.
A
am drinking
B
drink
Slide 26 - Quiz
Now I ............. (listen) to classical music.
A
listen
B
am listening
Slide 27 - Quiz
I ......... (usually / listen) to pop music.
A
am usually listening
B
usually listen
Slide 28 - Quiz
Welke tijd is hier gebruikt: de present simple of de present continuous? Sleep de zinnen naar de juiste tijd.
Present simple
Present continuous
Do you sing every day?
I am not singing right now.
Water boils at 100 *C.
He doesn't like pizza.
I'm playing a game.
He is sleeping at the moment.
He likes to dance.
I am not dancing.
Slide 29 - Drag question
MAAK ZELFSTANDIG 2 OPDRACHTEN VAN DE WEBSITES HIERONDER.
Als je het af hebt, maak een foto of screenshot van elke ingevulde opdracht op je scherm en lever de foto's in via Teams opdrachten. Als je klaar bent, maak de extra opdracht.