C3 §1 Muurkrant stap 2 fictie en non-fictie

C3  §1  Muurkrant stap 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

C3  §1  Muurkrant stap 2

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

  • Leesboek
  • Laptop
  • Mapje
timer
1:00

Slide 2 - Slide

Lekker 
lezen.....
SSSSSSSSSST!!!
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Even opfrissen!

Slide 5 - Slide

Cursus 3 Fictie


Wat weet jij nog van:
  • fictie en non-fictie 
  •  realistische verhalen en fantasie verhalen 

Slide 6 - Slide

Deze les:

• Is jouw boek fictie of non-fictie?
• Fictie: Is het realistisch of fantasie?
• Geef minimaal twee voorbeelden in volledige zinnen.


Slide 7 - Slide

Tips voor stap 2
  • Je begint zo: Het is fictie, omdat….. of Het is non-fictie, omdat….
  • Als het een fictieboek is moet je ook schrijven of het realistisch is of fantasie. Daarna geef je in volledige zinnen twee voorbeelden van realistische gebeurtenissen of fantasie gebeurtenissen uit jouw boek.

Slide 8 - Slide

Stap 2 Fictie of non-fictie
  1. tekstvak maken
  2. titel: Fictie/Non-fictie (dikgedrukt, hoofdletter en zonder punt)
  3. regel overslaan
  4. Dit boek is fictie, omdat ......
  5. Het is een realistisch verhaal/fantasieverhaal, omdat.....
  6. Voorbeeld 1
  7. Voorbeeld 2
                             Totaal minimaal 4 volledige zinnen.

Slide 9 - Slide

voorbeelden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Klaar?
  1. Sla het op in je (digitale) mapje Nederlands.
  2. Print het uit en stop het in je mapje.
  3. Lever het in bij je docent.
  4. Maak stap 1 af.
  5. Ga verder met je titel voor je muurkrant.

Slide 12 - Slide