2A 2.6 Voeding en vertering bij zoogdieren

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Startopdracht - Zelfstandig stil
Noteer de antwoorden in je schrift of boek:
  • Waarom zijn voedingsvezels belangrijk voor je lichaam?
  • Welke voedingsmiddelen bevatten veel voedingsvezels?  










  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas hang je over je stoel
  4. Pak je boek + pen en chromebook
  5. Stop met praten als de les begint

timer
3:00

Slide 3 - Slide

Antwoord begintaak



Voedingsvezels....

- stimuleren de darmen

- voorkomen obstipatie (verstopping)

- zorgen voor een verzadigd gevoel

- komen voor in plantaardige voedingsmiddelen

Het zijn geen voedingsstoffen. Voedingsvezels worden zelf niet verteerd.

Slide 4 - Slide

 Sleep de voedingsstoffen naar de juiste groepen
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
suiker
vetten
vitaminen
mineralen
water
eiwitten
zetmeel
Vetten
Mineralen

Slide 5 - Drag question

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?
WEL verteren
NIET verteren
vetten
Koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 6 - Drag question

Programma
  • Leerdoelen
  • Video Planten-, vlees- en alleseters--> 10 minuten
  • Uitleg basisstof 6 --> Voeding en vertering bij zoogdieren
  • Quizvragen 
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting 

Slide 7 - Slide

Voeding en vertering
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 Het verteringsstelsel
2.3 De organen voor vertering
2.4 Gezonde voeding
2.5 Voedselbederf
2.6 Voeding/vertering bij zoogdieren
2.7 Nadenken over eten
2.8 Productinformatie

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 2.6
  • Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze en de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit. 

Slide 9 - Slide

Wie eet wat?
Planteter: eet alleen planten.
Bv. een konijn
Vleeseter: eet alleen dieren.
Bv. een vos
Alleseter: eet planten en dieren.
Bv. een koolmees. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het verteringsstelsel
De lengte van het verteringstelsel is ook aangepast aan het voedsel.

- Planteneters (herbivoor): lang verteringsstelsel
- Vleeseters (carnivoor): kort verteringsstelsel
- Alleseters (omnivoor): middellang verteringsstelsel

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een vleeseter noemen we ook wel een . . . .
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor
D
Meatball

Slide 16 - Quiz

Een planteneter heeft
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 17 - Quiz

Is een konijn een planteter, vleesester of een alleseter?
A
Planteneter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 18 - Quiz

Is een kat een
planteter, vleeseter of
een alleseter?
A
Planteter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 19 - Quiz

Planteneter, alleseter of vleeseter?
A
Planteneter
B
Alleseter
C
Vleeseter

Slide 20 - Quiz

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen

Slide 21 - Quiz

Een planteneter heeft een ....
A
kort verteringsstelsel
B
middellang verteringsstelsel
C
lang verteringsstelsel

Slide 22 - Quiz

Een alleseter heeft
A
plooikiezen
B
knipkiezen
C
knobbelkiezen

Slide 23 - Quiz

Vleeseters hebben....
A
plooikiezen
B
knobbelkiezen
C
knipkiezen

Slide 24 - Quiz

Wat is hier de planteneter?
A
konijn
B
uil
C
konijn en uil

Slide 25 - Quiz

Wat voor eter zie je hier?
Hoe heten de kiezen?
En hoe is de lengte van zijn darmkanaal?
A
Alleseter, Plooikiezen, Middellang darmkanaal
B
Planteneter, Plooikiezen, Lang darmkanaal
C
Alleseter, Knobbelkiezen, Middellang darmkanaal
D
Planteneter, Knobbelkiezen, Lang darmkanaal

Slide 26 - Quiz

Huiswerk

Lezen 2.5
Maken opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 9 


Slide 27 - Slide