stomazorg

Quiz stomazorg
1 / 14
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Quiz stomazorg

Slide 1 - Slide

Wat betekend het woord stoma?
A
gat
B
opening
C
open
D
darm

Slide 2 - Quiz

Hoeveel procent van de mensen met een stoma is ouder dan 40 jaar?
A
10
B
35
C
50
D
90

Slide 3 - Quiz

Hoeveel Nederlanders hebben een stoma?
A
1000
B
9000
C
18000
D
38000

Slide 4 - Quiz

Een urostoma wordt gemaakt van een stuk dikke darm?
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste taken van een verzorgende bij stomazorg?
A
Verzorgen en diagnosticeren
B
Verzorgen en aanbieden van oplossingen bij complicaties.
C
Verzorgen en complicaties signaleren.

Slide 6 - Quiz

Wat is belangrijk na verwijdering van de huidplaat?
A
De achterkant controleren
B
De inhoud van het stomazakje controleren
C
de huid inspecteren
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quiz

Mensen met een stoma moeten altijd een aangepast dieet volgen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat moet je doen bij een vurig rode huid rond de stoma?
A
Behandelen met barrièrecrème.
B
Behandelen met vaseline
C
Behandelen met sudocrème
D
Behandelen met zinkoxide

Slide 9 - Quiz

Mensen met een ileostoma verliezen ….. vocht bij hun ontlasting
A
minder
B
meer
C
evenveel

Slide 10 - Quiz

een colostoma is
A
dunne darm stoma
B
dikke darm stoma
C
stoma van urinewegen

Slide 11 - Quiz

Een urostoma is gemaakt van een stukje dikke darm en daarom altijd blijvend
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Met een stoma mag je gewoon douchen of in bad
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat doe je niet bij huidirritaties?
A
de huid goed droog föhnen
B
de opening in de huidplaat goed passend te maken
C
barrièrecrème gebruiken
D
reinig de huid met lauwwarm water

Slide 14 - Quiz