Les 6 SMART doelen

Smart doelen
Voor examen 3: 'draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager' zal je goed geformuleerde doelen toe moeten voegen. 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Smart doelen
Voor examen 3: 'draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager' zal je goed geformuleerde doelen toe moeten voegen. 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les;
  • Kan je toelichten waar de afkorting SMART voor staat. 
  • Kun je benoemen waarom doelen SMART geformuleerd moeten worden. 
  • Kun je beoordelen of een doel SMART is geformuleerd.
  • Kun je een doel SMART formuleren.



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weten jullie al van SMART doelen?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Belangrijkst regel 
Specifiek zijn 
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?



Slide 8 - Slide

Specifiek
  • Voorkomen dat het doel vaag is.
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 9 - Slide

Meetbaar 
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Slide 10 - Slide

Acceptabel
  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 11 - Slide

Realistisch 
  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 12 - Slide

Tijdgebonden
  • Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 13 - Slide

Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 14 - Quiz

Client N wil tijdens het ontbijt voldoende eten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 15 - Quiz

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 16 - Quiz

Client N wil in de komende 2 maanden iedere dag 2 ons groenten en 2 stuks fruit eten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 17 - Quiz

Geef een voorbeeld van een SMART doel

Slide 18 - Open question

Waar staat de afkorting SMART voor?

Slide 19 - Open question

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet toepassen:
  • meer
  • beter
Wel toepassen:
  • Ik kan
  • Ik weet
  • Ik ben 
  • Ik wil

Slide 20 - Slide

Voorbeeld SMART doel 

Ik wil over een jaar zelfstandig wonen in een appartement .

Slide 21 - Slide

Welk smart doel probeer jij te bereiken in je stage?

Slide 22 - Open question

Geef een SMART doel over de volgende onderwerpen
Sport
Gezond leven
Geld uitgeven
Een nieuwe baan vinden

-> Aan de slag! Mag e.v.t. in groepjes (3-4 personen). 
Hierna gezamenlijk bespreken.

Slide 23 - Slide

Evalueren
Hoe vonden jullie de les?

Slide 24 - Slide

Huiswerkopdracht

Volgende les; Gordon en PES.
Verdiep je hierin. Wat is het precies en hoe werkt het?

Les 8 : vrij in te vullen qua onderwerp/ziektebeeld. Waar willen jullie meer over weten? Wat vinden jullie interessant.

Slide 25 - Slide