This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Powercollege 19_Meer of minder handel
Slide 1 - Slide
Leerdoelen:
Je weet wat protectionisme is
Je weet welke protectiemaatregelen er zijn
Je weet wat globaliseren is en wat hier de voor en nadelen van zijn.
Je weet wat de WTO doet en waar de afkorting voor staat.
Slide 2 - Slide
Protectionisme / Handelsbelemmeringen
Maatregelen om productie en werkgelegenheid te beschermen
Slide 3 - Slide
Welke handelsbelemmeringen ken je al?
Slide 4 - Open question
Invoerrechten:
Een extra belasting op geïmporteerde producten
Slide 5 - Slide
Importquota:
Een maximum aantal producten dat wordt geimporteerd
Slide 6 - Slide
Exportsubsidie:
De overheid geeft geld aan exporterende bedrijven , zodat ze producten goedkoper in het buitenland kunnen aanbieden.
Slide 7 - Slide
Wat zijn invoerrechten?
A
Rechten die bedrijven nodig hebben om producten in te voeren
B
Rechten om veevoer te mogen verkopen
C
Een invoerquotum
D
Een belasting op producten die worden ingevoerd
Slide 8 - Quiz
Wat is een importquota?
A
Een maximaal aantal producten dat wordt uitgevoerd
B
Een maximaal aantal producten dat wordt gemaakt
C
Een ander woord voor invoerrechten
D
Een maximaal aantal producten dat wordt ingevoerd
Slide 9 - Quiz
Geeft de EU exportsubsidie aan Europese boeren?
A
Dat deden ze wel, maar nu niet meer
B
Ja dat doen ze nog wel
C
Dat hebben ze nooit gedaan en doen ze nu ook niet
D
Dat hebben ze lang niet gedaan, tot de boerenprotesten van dit najaar
Slide 10 - Quiz
WTO (Word Trade Organization)
Een organisatie die zoveel mogelijk vrijhandel in de wereld wil hebben.
Vrijhandel: Landen handelen zonder handelsbelemmeringen
Slide 11 - Slide
Hoe komt het dat wij goedkoop producten uit de hele wereld kunnen halen? Dit kon 100 jaar geleden nog niet voor een betaalbare prijs.
Doordat wij nu veel snellere producten kunnen transporteren met vliegtuigen.
Doordat wij nu veel grotere en echt reusachtige schepen kunnen gebruiken.
Ook kunnen wij sneller met elkaar communiceren. We kunnen overal bellen en mailen.
Dus door onze technologische vooruitgang is het veel goedkoper geworden om producten te vervoeren over de wereld.
Slide 12 - Slide
Globalisering
Steeds meer landen handelen met elkaar zonder elkaar handelsbelemmeringen op te leggen.
Er komt hierdoor meer vrijhandel en dit proces noemen we globalisering.
Slide 13 - Slide
Wat gebeurt er door globalisering?
Elk land gaat doen wat hij het beste kan of goedkoopste kan maken.
Dit noemen we internationale arbeidsverdeling.
Globalisering zorgt ervoor dat alleen nog maar hele goedkope of juist goede producten worden gemaakt.
Dit is voor de meeste landen erg fijn, want elke land werkt dan zo effectief mogelijk en kan zoveel mogelijk geld verdien.
Slide 14 - Slide
Toch heeft globalisering ook grote nadelen. De nadelen zijn:
In Nederland zie je dat lonen hoog zijn. Hierdoor kunnen fabrieken lastig of zelfs helemaal niet meer goedkoop producten maken. Deze fabrieken vertrekken en veel laaggeschoold (simpel) werk verdwijnt. Hierdoor is het voor mensen lastiger om een baan te vinden.
Landen die geen enkel product of dienst goedkoop of erg goed kunnen maken, kunnen slecht handelen. Deze landen zijn vaak al arm en blijven door globalisering arm.
Door globalisering worden producten goedkoper. Dit zorgt ervoor dat er meer producten worden gekocht en worden gemaakt. Dit is slecht voor het milieu.
Slide 15 - Slide
Nederland kan goed handelen en heeft een goeie internationale concurrentiepositie
Hoe komt dit:
Wij hebben (relatief) goed onderwijs. Dit zorgt ervoor dat veel mensen een hoge opleiding afronden en efficiënt en goed kunnen werken
We hebben een goede gezondheidszorg. Wij kunnen veel mensen beter maken en ziektes verhelpen. Dit zorgt ervoor dat veel mensen na een ziekte weer kunnen werken en efficiënt blijven werken.
We hebben goeie wegen, treinsporen en binnenlandse scheepsvaart, waardoor het transporteren van goederen in ons land efficiënt en goed verloopt.
Bedrijven investeren in nieuwe technieken, wat ervoor zorgt dat we nieuwe producten kunnen verkopen, die veel landen nog niet kunnen maken.