taal woordenschat

De geweldige taal quiz
voor groep 7B
1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De geweldige taal quiz
voor groep 7B

Slide 1 - Slide

Let op, alle vragen gaan over werken en beroepen!

Slide 2 - Slide

aangenomen worden
A
iemand een baan geven
B
boodschappen gaan doen
C
niet meer kunnen werken
D
medewerker worden van een bedrijf

Slide 3 - Quiz

aannemen
A
iemand een baan geven
B
iets weggeven
C
varen in een boot

Slide 4 - Quiz

afgewezen worden
A
iemand een baan geven
B
verdrietig zijn
C
een brief schrijven
D
iets niet krijgen, bijvoorbeeld een baan

Slide 5 - Quiz

de afwijzing
A
horen dat iemand je niet wil hebben, of dat je ergens niet goed genoeg voor bent
B
de nieuwe tv show van Will Smith
C
dat iemand erg blij met je is
D
iemand helpen die verdrietig is

Slide 6 - Quiz

het ontslag
A
weggaan bij je baas , omdat je niet meer mag komen werken of omdat je zelf weg wilt
B
de deur hard dichtdoen
C
een nieuwe tik tok video
D
ergens beginnen met werken

Slide 7 - Quiz

presenteren
A
iemand een baan geven
B
buitenspelen
C
iets doen door ervoor te werken
D
muziek maken

Slide 8 - Quiz

de sollicitatiebrief
A
een brief voor je moeder
B
een boodschappenlijstje
C
iemand een baan geven
D
een brief waarin je reageert op een baan

Slide 9 - Quiz

solliciteren
A
een taarten recept
B
laten weten dat je de baan graag wilt hebben
C
een bloem uit Afrika
D
weggaan bij een bedrijf

Slide 10 - Quiz

het uitzendbureau
A
een bureau om je huiswerk te maken
B
een bedrijf dat mensen in dienst neemt om bij een ander bedrijf te werken

Slide 11 - Quiz

de uitzendkracht
A
iemand die via een uitzendbureau gaat werken
B
iemand een baan geven
C
als je sterker bent dan je buurman
D
de held van de nieuwe netflix serie (de meesters)

Slide 12 - Quiz

de vacature
A
medewerker worden van een bedrijf
B
een baan waar iemand voor gezocht wordt
C
een warm brood uit Frankrijk

Slide 13 - Quiz

van aanpakken weten
A
je inspannen en hard werken
B
hard kunnen fietsen
C
eendjes voeren
D
erg sterk zijn

Slide 14 - Quiz