Sommige woorden gebruik je zelf niet zo snel. In schoolboeken kom je ze wel vaak tegen. Ook gebruiken docenten ze weleens. Zulke woorden noem je schooltaal. Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn ‘begrip’, ‘kortom’ en ‘samenvatting’.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Schooltaal
Sommige woorden gebruik je zelf niet zo snel. In schoolboeken kom je ze wel vaak tegen. Ook gebruiken docenten ze weleens. Zulke woorden noem je schooltaal. Voorbeelden van schooltaalwoorden zijn ‘begrip’, ‘kortom’ en ‘samenvatting’.
Slide 1 - Slide
Bevatten
A
begrijpen
B
geloven
C
vasthouden
D
inhouden
Slide 2 - Quiz
globaal
A
precies
B
de grootte
C
ruw geschat
D
uitwerking
Slide 3 - Quiz
noteren
A
opschrijven
B
noten lezen
C
voeren
D
bevatten
Slide 4 - Quiz
constateren
A
herkennen
B
conclusie trekken
C
contact opnemen
D
vaststellen
Slide 5 - Quiz
interpreteren
A
op een bepaalde manier opvatten
B
innemen
C
omgaan met
D
handeling met een bepaald doel
Slide 6 - Quiz
Variëren
A
optreden
B
concluderen
C
verenigen
D
verschillen
Slide 7 - Quiz
Bekijk deze woorden eens in duo's. Verdeel ze onder in twee groepen van vier.
racecar, tafel, legovogel, brood, negen, school, lepel, water
Kun je een patroon ontdekken? Wat valt je op aan sommige woorden ?....
Slide 8 - Slide
Bekijk deze woorden eens in duo's. Verdeel ze onder in twee groepen van vier
racecar, tafel, legovogel, brood, negen, school, lepel, water
Kun je een patroon ontdekken? Wat valt je op aan sommige woorden of zinnen?....
Slide 9 - Slide
Palindroom
Een palindroom is een woord of tekst dat als je dat van voor naar en van achter naar voor leest precies hetzelfde is.
Palindroom gaat terug op het klassiek Griekse παλινδρομος (palindromos), dat ‘teruglopend, in tegengestelde richting lopend’ betekent.
Slide 10 - Slide
OMDRAAIEN DIE LETTERS
Je kunt de zin ook van achteren naar voren lezen. Er staat dan precies hetzelfde. Dat noemen we een palindroom.
Woorden als lepel, racecar en meetsysteem
zijn ook palindromen.
Lezen is in, ezel!
Slide 11 - Slide
OMDRAAIEN DIE LETTERS
Bedenk zelf nog een of twee palindromen. Overleg met je buurman of buurvrouw. Maak het niet te moeilijk (kok :-))
Onthoud ze goed, want je kunt ze op de volgende pagina intypen.
Slide 12 - Slide
palindromen
Slide 13 - Mind map
Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?
b Morgen k... ik erwtensoep.
Slide 14 - Open question
Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?
a. Hij k... haar strak aan.
Slide 15 - Open question
Welk palindroom kun je invullen op de puntjes?
g Hij is erg in zijn s... met zijn nieuwe scooter.