2.2 De Organen van Planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

De Organen van Planten

Leerdoelen

- Aan het einde van de les kun je de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
- Je kunt ook orgaanstelsels van planten beschrijven met hun functie.

Wat weet je al over de organen van planten?

Wat zijn Organen?

Organen zijn speciale delen van planten die specifieke functies hebben. Ze werken samen om de plant in leven te houden.

Orgaanstelsels van Planten

Planten hebben verschillende orgaanstelsels, zoals het wortelstelsel, het stengelstelsel , het vatenstelsel en het bladstelsel, die samenwerken om de plant te laten functioneren.

De Wortels

Functies wortels:
- Absorberen water en voedingsstoffen uit de grond.
- Ze verankeren de plant in de bodem
- Slaan voedingsstoffen op.

Wortelstelsel

Hoofdwortel

Zijwortel

De Stengels

Functies:
- Stengels bieden ondersteuning aan de plant
- Transporteren water en voedingsstoffen tussen de wortels en de bladeren.

De Bladeren

Bladeren maken voedsel voor de plant door middel van fotosynthese. Ze nemen koolstofdioxide op en geven zuurstof af.

Het vatenstelsel

Vaten zijn ook wel de aderen van een plant. Het zijn dunne buisjes die het transport regelen in de plant. Een groepje vaten bij elkaar heet een vaatbundel.

Functies van Orgaanstelsels

Het wortelstelsel absorbeert water en voedingsstoffen, het stengelstelsel transporteert deze naar andere delen van de plant en het bladstelsel maakt voedsel en voert gasuitwisseling uit.

Samenvatting

Organen zoals wortels, stengels en bladeren hebben specifieke functies in planten. Ze werken samen in orgaanstelsels om de plant in leven te houden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.