Woordvolgorde en werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Toets bespreken

Welkom M3D

Leg pen en papier op tafel. 

Vandaag:

Je kunt hoofdzinnen en bijzinnen onderscheiden. 

Je kunt de woorden in samengestelde zinnen in de juiste volgorde zetten. 

Je kunt werkwoorden goed spellen. 

- oefenen met woordvolgorde

- oefenen met werkwoordspelling (Numo)

Samengestelde zin: zin bestaat uit meer dan één zin. Er zijn meerdere persoonsvormen. 

Ik bleef thuis, omdat het de hele dag hard regende.

Hoofdzin: persoonsvorm op de tweede plek. 

Bijzin: persoonsvorm aan het einde van de zin. 

Nevenschikkende voegwoorden: en, maar, of, dus, want

Ik hou van pizza en ik hou van pasta.

Hij wil naar het feest, maar hij is ziek.

Wil je thee of wil je koffie?

Het regent, dus we blijven binnen.

Ze is blij, want ze heeft een goed cijfer gehaald.

Schrijf goede samengestelde zinnen op. 

1. Het is mooi weer +maar + ik heb geen tijd om naar buiten te gaan.

2. Hij doet een jas aan + want + het is koud buiten.

3. Ik blijf nog even + omdat + het is zo gezellig.  

Hoofdzin: persoonsvorm op de tweede plek.

Bijzin: persoonsvorm aan het einde van de zin. 

Nevenschikkende voegwoorden: en, maar, of, dus, want

Maak de zinnen af in de goede volgorde. 

1. Hij ging sporten, hoewel.................

2. We zijn heel blij, want........

3.  Ik ga vroeg naar bed, omdat.......

4. Ze heeft zijn huiswerk niet gemaakt, dus.......... 

Je mag alleen fluisterend overleggen.

1. Schrijf in drie samengestelde zinnen op hoe je weekend was. 

2. Onderstreep de persoonsvorm.

3. Onderstreep het voegwoord. 

4. Controleer of de persoonsvorm goed gespeld is en of de persoonsvorm op de goede plek in de zin staat. 

Controleer de zinnen van diegene naast je. 

- Heeft iedere zin een voegwoord?

- Staan de persoonsvormen op de goede plek? 

- Zijn de persoonsvormen goed gespeld?

- Staan de punten en komma's op de goede plek?

Werk in stilte aan het leerplan werkwoordspelling.